10 HOOFDSTUK II. Algemeene beschouwingen Bevolkings-, geboorte- en sterftecijfers en zuigelingensterfte te Breda. Jaartal. "3 -r- O, O bn c OJ u O 0> bc G Levend ge boren per 1000 in woners. sden zonder loos aange geven. Overleden per '1000 inwoners. Meer ge boorte dan sterfte per 1000 inwo ners. c VU 'v g +-» CS o bJD J-I T3 Overleden minder dan één jaar per 1000 levend geboren. O D CQ <D 1> tJ Breda. Rijk. Breda. Rijk. Breda. Rijk. i5 Breda. Rijk. .^02 '9ös 26907 801 30.77 31.54 490 18.24 15.88 11.01 15.53 151 189.50 133.74 19- 1W10 27807 762 27.63 29.68 441 15.95 14.39 11.67 15.29 118 154.80 114.44 11 19 Ï5 27655 733 26.64 27.72 398 14.48 12.81 12.96 14.91 98 134.55 100.16 19- 20 29443 776 26.53 25.93 447 15.24 13.64 11.25 12.29 84 107.34 85.51 1921 29892 850 28.44 27.50 358 11.98 11.17 16.46 16.23 71 83.53 76.14 1922 30429 781 25.67 25.91 394 12.95 11.45 12.72 14.46 58 74.26 67.13 1923 30397 737 24.3 26 311 10.20 9.90 14.10 1610 42 57 56.9 Van de Gemeenten met de bevolking van meer dan 20.000 zielen, had op 1000 inwoners het ongunstigste sterftecijfer 's Hertogenbosch 13.20, het gunstigste sterftecijfer Hengelo 6.60.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1923 | | pagina 173