4 worden benoemd volgens een door den Inspecteur der Gymnasia aan den rector gegeven advies. De aanbevelingen voor deze be noemingen waren voor het conrectoraat alleen dr. Nijhuis, nadat dr. J. E. Edie, leeraar in de Wiskunde aan dit gymnasium, had ver klaard niet in aanmerking te willen komen voor Nederlandsch en Geschiedenis 1°. dr. Enklaar 2°. de heer M. O. Albers, doctoran dus, leeraar aan de R. H. B. S. te Oud-Beijerland voor de Nat. Historie 1°. mej. Morhaus 2°. mej. Haga (M.O.) te Zeist. Den 13den Juni had het plechtige afscheid plaats van de heeren Corstens en Uges in tegenwoordigheid van ons college, leeraren, leerlingen en oud-leerlingen. Bij raadsbesluit van den 24sten Augustus 1923 werd benoemd tot tijdelijk leerares in de Natuurkunde mej. J. Th. van Konijnenburg, doctoranda in de Scheikunde (wet op het H. O. van 28 April 1876) met ingang van 1 September 1923. Aanbevolen waren 1°. mej. van Konijnenburg 2°. de heer P. Kuijper, scheikundig ingenieur. Aangezien mej. Muntendam voor een nieuwe benoeming tot leerares in de lichamelijke oefening niet meer in aanmerking wilde komen en, ondanks een herhaalde oproeping, zich geen leerares in dit vak aanmeldde, werd het onderwijs van de meisjes opgedragen aan den heer Pollen, terwijl de heer P. H. J. M. Siegmund, die tijdelijk leeraar was geweest aan de R. H. B. School, door B. en W. (besluit van 3 September) werd aangewezen voor het onderwijs aan de jongens bij raadsbesluit van 9 October werd de heer Siegmund tot tijdelijk leeraar benoemd. Curatoren. Bij raadsbesluit van den 28sten December 1923 werd opnieuw tot lid van ons college benoemd de heer mr. F. E. Pels-Rijcken, en zulks voor den gewonen tijd van zitting. Gebouw en Leermiddelen. Het gebouw werd goed onderhouden en verkeert in goeden toestand. Bij de aanschaffing van boeken en leermiddelen werd groote zuinigheid in acht genomen. BREDA, Maart 1924. Het College van Curatoren van het Gymnasium te Breda.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1923 | | pagina 327