4 Mededeeling omtrent de toepassing Van eenige bepalingen der Armenwet. Artikelen 35, In den loop van het jaar 1923 onderging de lijst bedoeld bij artikel 3 der wet geen verandering. Geen zaken zijn voorgekomen als bedoeld in de artikelen 4 en 5. Artikelen 611. Oprichting en opheffing van instellingen van weldadigheid. Verandering in de bestemming der fondsen. Wat de oprichting van instellingen betreft is reeds hier voor melding gemaakt. Opheffing van instellingen is niet voorgekomen, evenmin verande ring in de bestemming der fondsen van bestaande instellingen. Artikelen 12 en 57. Aan onze aanvragen, bedoeld in artikel 12 en 57 wordt steeds gevolg gegeven. Artikel 13. Alleen de Gereformeerde Kerk geeft de door haar ondersteunde armen niet op, doch uit hare ingezonden Statistische opgave blijkt, dat door haar in 1923 10 personen, waaronder vijf hoofden van het gezin, voortdurend zijn ondersteund tot een gezamenlijk bedrag van f 1303,61. Artikel 14. Onderstaande instellingen hebben in het verslagjaar uit de ge meentefondsen eene subsidie genoten, namelijk 1°. R.K. Vereeniging tot bescherming van zuigelingen voor Breda en omstreken f 1500. Het beoogde bijzondere doel dezer vereeniging is Het tegengaan van sterfte onder de zuigelingen, zoo mogelijk in samenwerking met andere R. K. Vereenigingen of instellingen, die rechtstreeks of zijdelings medewerken tot vergrooting der levens- kansen van de zuigelingen (strekt haren werkkring uit over de gemeente Breda, Teteringen, Ginneken en Princenhage). 2°. Vereeniging tot bescherming van zuigelingen voor Breda en omstreken f 1500, Het beoogde bijzondere doel is Het bevorderen der gezondheidsbelangen van de Zuigelingen (strekt haren werkkring uit over de gemeenten Breda, Ginneken, Teteringen en Princenhage). Artikel 15. Vanwege het Burgerlijk Armbestuur wordt wekelijks eene collecte gehouden met gesloten bussen aan de woningen der ingezetenen, welke ten goede komt aan de door genoemd armbestuur onder steunde personen. In 1923 bracht deze collecte f 514,07 op.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1923 | | pagina 332