1e. eene schriftelijke machtiging als bedoeld in art. 35 van het
reglement van het burgerlijk armbestuur
2e. eene schriftelijke opgaaf van de ziekte, waaraan de patiënt
lijdende is, afgegeven door een der gemeente-artsen.
Zijn de patiënten, waarvoor de opneming gevraagd wordt, noch
armlastig, noch onvermogend, dan moet voor de opneming worden
overlegd eene schriftelijke opgaaf van de ziekte, waaraan de patiënt
lijdende is, afgegeven door den behandelenden arts. Bovendien kan
de directeur vóór de opneming van deze patiënten overlegging
vorderen van verklaringen of bewijsstukken, waaruit afdoende blijkt,
dat zij vallen onder het bepaalde sub a art. 1
De voeding en de geheele verpleging geschiedt vanwege te Ver-
eeniging Alles voor Allen
Voor de voeding en verpleging met inbegrip van bewassching is
aan de Vereeniging Alles voor Allen verschuldigd per etmaal
f 4,voor één patiënt en f 3,per patiënt, ingeval twee of meer
lijders aan dezelfde ziekte gelijktijdig van gemeentewege verpleegd
worden. Gedeelten van een etmaal worden voor geheel gerekend.
Geneesmiddelen, verband- en bijzondere verplegingsartikelen zijn
in de verpleegkosten van het voorgaand artikel niet begrepen en
moeten door de aanvragers om verpleging worden verstrekt.
De lijf- en beddegoederen, alsmede de vervoermiddelen, welke bij
de overbrenging van patiënten zijn gebruikt, moeten alvorens zij het
terrein der inrichting mogen verlaten, volgens aanwijzing en onder
toezicht van den directeur van het gemeente-ziekenhuis worden
ontsmet. De kosten dezer ontsmetting, bestaande uit het arbeidsloon
der ontsmetters en de vergoeding voor benoodigde ingrediënten,
komen ten laste van de aanvragers om verpleging. Deze moeten die
ingrediënten verstrekken.
De kosten van onderhoud der inrichting, alsmede verlichting, ver
warming en ontsmetting der lokalen zijn ten laste der gemeente.
De kosten van schoonhouden der inrichting, alsmede van het
wasschen en onderhoud der daar aanwezige lijf- en beddegoederen
zijn voor rekening der Vereeniging Alles voor Allen
De behandelende artsen van de in de inrichting opgenomen
patiënten hebben steeds vrijen toegang tot hunne patiënten.
De directeur van het gemeente-ziekenhuis is verantwoordelijk voor
de stipte naleving dezer voorschriften aan hem moeten alle stukken
worden overgelegd hij is bevoegd op grond van de onvoldoendheid
der stukken opneming te weigeren en patiënten, welke in strijd met de
voorschriften zijn opgenomen, uit de inrichting te doen verwijderen.
Dit besluit wordt geacht te zijn in werking getreden den len Januari
1922, op welk tijdstip zijn vervallen de voorschriften vastgesteld bij
besluit van Burgemeester en Wethouders van Breda van 7 Mei 1914,
behoudens het bepaalde in art. 1sub c, dat vervallen is met
1 Januari 1923.