4 Die ontvangsten bedroegen in 1918 f 86,72 1919 - 89,87 1920 - 100,30 1921 - 93,33 1922 - 136,93 In 1923 alzoo meer ontvangen dan in 1922 f 52,15. Kosten vallende op verkoopingen. in Maart 1923 f 45,95 Juni - 46, x September - 46,55 December - 45,45 Samen f 183,95 Die kosten bedroegen in 1918 f 186,92 1919 -214,63 1920 - 198,15 1921 -172,25 1922 - 187,90 In 1923 minder dan in 1922 uitgegeven f 3,95. Kantoor van waarborg der gouden en zilveren werken. Bij de verschillende verkoopingen werd hieraan uitgegeven Terugbetaald bij lossing voor de verkooping. in Maart 1923 f 4- f 4,53 f 4,53 Juni - -f- - 3,60 - 3,60 September - 1,30 -f - 1,70 - 3, December - 0,60 4~ - 6,- 6,60 f 1,90 f 15,83 f 17,73 en in 1918 f 10,05 1919 - 11,025 1920 - 10,575 1921 - 10,725 1922 - 21,30 Alzoo in 1923 f 3,57 minder dan in 1922. Deze uitgaaf wordt geregeld naar het meerdere of mindere ge waarborgde en het gehalte van de verkochte panden. Overschotten op verkochte panden. De overschotten op verkochte panden, bestaande uit de meerdere opbrengst dan de beleende som met de daarop verschenen interes ten, blijven, volgens art. 24 van het Regiement der Bank, gedurende acht maanden na de verkooping ter beschikking van de houders van pandbewijzen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1923 | | pagina 360