51 Met betrekking tot de schatting der huurwaarde van localiteiten, waarin sterke drank in het klein wordt verkocht, werd door ons in 1909 eene regeling vastgesteld, opgenomen in het gemeenteverslag van dat jaar, welke regeling ook in 1923 tot grondslag voor de be rekening van het vergunningsrecht heeft gestrekt. Schatter van de dranklocaliteiten is de heer F. B. Engbersen. 1 en aanzien van de uitvoering en de toepassing van verschillende bepalingen der Drankwet valt alsnog het volgende te vermelden Verleend werden 1 vergunning, ingevolge art. 5, 2de lid (tegen inwisseling van twee bestaande vergunningen). 2 vergunningen voor den verkoop alleen aan logeergasten. Overgeschreven werden 2 vergunningen op een ander persoon (art. 26, le lid). Ingetrokken zijn 2 vergunningen, medetellende voor het maximum. 3 logementsvergunningen. Ten aanzien van de verloven valt het volgende te vermelden Verleend werden 18 verloven voor den verkoop van alcohol houdenden anderen dan sterken drank en 10 verloven voor den verkoop uitsluitend van alcoholvrijen drank. Ingetrokken werden 8 verloven, waarvan door den houder vrijwillig afstand is gedaan. Vervallen is 1 verlof door overlijden van den verlofhouder. Het aantal inrichtingen, waarin op 1 Mei 1923 krachtens ver gunning, sterke drank in het klein wordt verkocht, bedraagt voor ongesplitsten verkoop (tappen en slijten)45 tappen alleen41 slijten alleen5 sociëteiten4 logementen 14 bijzondere vergunningen (verkoop 210 L.)3 Totaal .112 Het aantal vergunningen, die verleend zijn vóór 1 Mei 1904, be draagt 54. Het wettelijke maximum van het aantal vergunningen bedroeg op 1 Mei 1923 75. De vergunningen, verleend voor logement, worden bij de be rekening van het maximum niet medegeteld. Het aantal inrichtingen waar op 1 Mei 1923 krachtens verlof drank wordt verkocht, bedraagt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1923 | | pagina 53