59
een schrijver
vier hoofdagenten-rechercheur
drie hoofdagenten-controleur
drie en zestig agenten eerste en tweede klasse.
De in burgerkleedingdienstdoende hoofd- en subalterne agenten
ontvangen voor die kleeding vergoeding, deels in verrekening met
het bedrag vastgesteld voor de uniformkleeding.
Ook op de begrooting 1923 was eene som beschikbaar gesteld
voor den burgemeester, om in bijzondere gevallen aan den dag ge
legden dienstijver te beloonen.
De levering van kleedingstukken voor de agenten van politie is bij
onderhandsche aanbesteding opgedragen aan de fa. v. Hal, uniform
kleermakerij alhier.
De te leveren kleedingstukken worden, volgens de aanbestedings
voorwaarden, vooraf aan een deskundig onderzoek onderworpen.
Ter zake van die leveringen, waaronder ook begrepen de vergoeding
voor het dragen van burgerkleeding.de vergoeding voor schoeisel en
handschoenen, het aanschaffen van uitrustingstukken en rijwielen,
werd in 1923 uitgegeven f 11.686.3Ó5
Voor het bezit van het diploma ingesteld vanwege den Alge-
meenen- en den R. K. Nederlandschen Politiebond werd uitgekeerd
f 3690,50.
II. Politie-mededeelingen.
A. Mutatiën in het personeel.
Eerooi ontslagen op verzoek inspecteur.
Eervol ontslagen, niet op verzoek 1 agent 2e klasse.
Ontslagen 1 agent 2e klasse.
Benoemd 1 inspecteur.
Bevorderd 1 agent 2e klasse tot agent le klasse.
(In tijdelijken dienst) Vast aangesteld 2 adjunct-inspecteurs en
8 agenten 2e klasse.
B. Redden van drenkelingen,
Aan premiën te dezer zake werd in 1923 niets uitbetaald.
C. Belooning voor menschlievend hulpbetoon.
Werd niet verleend.
D. Zelfmoorden.
In 1923 werden 3 zelfmoorden geconstateerd.
III. Doodschouw.
Met het verrichten der doodschouw, bedoeld in art. 4 der wet van
10 April 1869 (Staatsblad n°. 65) was in 1923 belast de tijdelijke
gemeente-geneesheer Joh. Beintema.