Tevens werd bij verschillende bouwvergunningen de aandacht gevestigd op toestanden in strijd met de voorschriften der bouwver ordening, die voor bestaande gebouwen gelden. Herhaalde malen kwamen door middel van besprekingen met be trokken eigenaren verbeteringen tot stand. Aanschrijvingen op grond der artikelen 1416 en 17 der Woning wet hadden niet plaats. Onder de diverse aanschrijvingen van Burgemeester en Wethouders kunnen als bijzondere gevallen worden gemeld. Ie. Een pakhuis staande op het perceel Keizerstraat No. 26 was dermate bouwvallig dat dit gebouw gevaar opleverde voor de publieke veiligheid. Na een betreffende aanschrijving van Burge meester en Wethouders werd bedoeld gebouw afgebroken. 2e. Op een perceel Leuvenaarstraat No. 124 was een houten schuurtje bestemd voor pakhuis gebouwd zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders en bovendien in strijd met artikel 15 der Bouwverordening. Nadat de eigenaar op deze overtreding was gewezen, werd bedoeld gebouwtje op eene aanschrijving van Burge meester en Wethouders verwijderd. Later is de vereischte vergunning verleend, waarna het schuurtje weder is opgebouwd. 3e. Een bouwvallige voorgevel van een pakhuis op een perceel gelegen aan de Zwaanstraat No. 8 werd op aanschrijving van Burge meester en Wethouders gesloopt, en daarna in loodrechten stand weder opgemetseld. 4e. Eveneens werd een bouwvallige zijgevel van een pakhuis aan de Fellenoordstraat, welke groot gevaar opleverde voor de publieke veiligheid, afgebroken en weder in goeden staat op gebouwd 5e. Een reeds jaren bestaande scheidingsmuur van aanzienlijke hoogte, tusschen de perceelen No. 35 en 37 aan de Veemarkt dreigde door bouwvalligheid naar de zijde van eerstgenoemd per ceel om te vallen. Door tusschenkomst van de bouwpolitie werd verkregen, dat bedoelde muur werd afgebroken om daarna over eenkomstig de voorschriften der Bouwverordening te worden op gebouwd. Processen- Verbaal. Processen-verbaal werden opgemaakt voor de volgende over tredingen Eenmaal wegens het bouwen van een pakhuis, gedeeltelijk van steen, gedeeltelijk van hout, bestemd voor berging van kruideniers waren, zonder schriftelijk vergunning van Burgemeester en Wethou ders en bovendien in strijd met art. 15 der Bouwverordening. Eenmaal wegens het bouwen van een garage met bovenwoning zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders op het perceel Koninginnestrraat Sectie B No. 5147. Het perceel waarop gebouwd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1924 | | pagina 128