5 VIII. Geldelijke steun van Rijkswege. 37. Voorschotten «en bijdragen aan de gemeente, ingevolge artikel 38, eerste, tweede en derde lid, der Woningwet. Werden in 1924 niet verleend. 38. Voorschotten en bijdragen aan eene vereeniging, vennoot schap of stichting, ingevolge artikel 38, vierde lid, der Woningwet. Werden niet verleend. 39. Mededeelingen omtrent het gebruik van Rijksvoorschotten (en bijdragen) door het gemeentebestuur. Hieromtrent valt niets te vermelden. 40. Mededeelingen omtrent het gebruik van Rijksvoorschotten (en bijdragen) door in de gemeente gevestigde of aldaar werkzame toegelaten vereenigingen, vennootschappen of stichtingen. Hieromtrent valt niets te vermelden. 41. Mededeelingen omtrent de toelating, handhaving, intrekking van de toelating of ontbinding van vereenigingen, vennootschappen of stichtingen. Hieromtrent valt niets te vermelden. IX. Verdere verrichtingen ter uitooering van de Woningwet. 42. Toepassing van artikel 52 der Woningwet. Niet toegepast. 43. Naleving van de voorschriften der Woningwet omtrent loodsen, keeten, tenten en andere soortgelijke inrichtingen. Niet toegepast. X. Overige verrichtingen tot verbetering der Volkshuisvesting. 44. Verrichtingen van het gemeentebestuur tot verbetering der volkshuisvesting, niet aangeduid onder I39. Bij raadsbesluit van 17 October 1924 werd eene algemeene regeling vastgesteld, bevattende de voorwaarden, waaronder door de woning- bouwvereenigingen, ter betaling van verschuldigde annuïteiten, storting van kasgeld in de gemeentekas kan plaats hebben. 45. Verrichtingen van vereenigingen, vennootschappen, stichtin gen en particulieren tot verbetering der volkshuisvesting, niet aan geduid onder I40. Bouwpremiën werden in 1924 niet verleend.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1924 | | pagina 144