8 ri HOOFDSTUK 11. Algemeene beschouwingen. Bevolkings-, geboorte- en sterftecijfers en zuigelingensterfte te Breda. Jaartal. Bevolking op 1 Juli. CU O bo Tj C Levend ge- borep per 1000 inwoners. Overleden zonder levenloos aange geven. Overleden per 1000 inwoners. Meer ge boorte dan sterfte per 1000 inwo ners. C c (u ^<u J-c O rS <L) bJD Overleden minder dan één jaar per '1000 levend geboren. CU Breda. Rijk. Breda. Rijk. Breda. Rijk. s G 03 Breda. Rijk. 19°? 05 26907 801 30.77 31.54 490 18.24 15.88 1-1.01 15.53 151 189.50 133.74 Loo PJ10 27807 762 27.63 29.68 441 15.95 14.39 11.67 -15.29 -118 154.80 1-14.44 19p 15 27655 733 26.64 27.72 398 14.48 12.81 12.96 14.91 98 134.55 -100.16 19— 20 29443 776 26.53 25.93 447 15.24 13.64 11.25 12.29 84 O 85.51 1921 r 29892 850 28.44 27.50 358 1-1.98 11.17 -16.46 -16.23 71 83.53 76.14 1922 30429 781 25.67 25.91 394 12.95 11.45 12.72 14.46 74.26 67.13 923 30397 737 24.3 26 311 10.20 9.90 14.10 16.10 42 57 56.9 924 30420 678 22.22 24.9 297 9.76 9.60 12.46 15.30 36 53.1 51.2 Van de Gemeenten met een bevolking van meer dan 20.000 zielen, had op )00 inwoners het ongunstigste sterftecijfer Kampen 1 1.6, het gunstigste sterfte- fer Enschede 6.90.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1924 | | pagina 166