4
volgens het oordeel der Commissie in deze gemeente zeer stief
moederlijk bedeeld. Dat tot de oprichting van enkele dezer inrich
tingen bij het openbaar lager onderwijs moet worden overgegaan,
is het algemeen gevoelen der Commissie.
HOOFDSTUK IV.
Van de Commissie van Toezicht.
In het afgeloopen jaar werd, ter vervanging van het vertrokken
lid A. v. Boeckel (categorie Ouders van kinderen op Bijzondere
Lagere Scholen) benoemd mevrouw A. Volker-Kalisoverigens
bleef de Commissie van ongewijzigde samenstelling.
De commissie hield in 1924 zes vergaderingen. Daarin werden, als
voornaamste onderwerpen, o.m. behandeld
1de oprichting der Oudercommissiën. In verband hiermee werden
door het secretariaat de bladen, die te Amsterdam en Den Haag
verschijnen van den Centralen Ouderraad, aangevraagd. Het Ouder
blad van de vereeniging te A'dam wordt nu geregeld aan de com
missie toegezonden en circuleertbij de leden
2. de opheffing van school B. aan de Boschstraat, waarbij de
commissie het gewenscht achtte, deze te doen plaats hebben bij
den aanvang van een nieuw schooljaar
3. de toelatingsleeftijd op de Lagere School en de opschorting van
het zevende leerjaar. In hare vergadering van 18 Februari 1924 besloot
de commissie tot indiening van eene motie aan den Raad, met af
schriften aan Staten-Generaal en plaatselijke bladen. Doordat intus-
schen het desbetreffende Koninklijk Besluit niet van kracht is ge
worden, werd echter deze motie als overbodig niet verzonden
4. de meerdere of mindere praktische waarde van het examen
M.U.L.O. Dit naar aanleiding van een verzoek, dat de commissie
bereikte, om enkele der mondelinge examens bij te wonen. Bij de
bespreking bleek, dat b.v. het eindexamen 5-jarigen cursus H.B.S.
recht geeft op plaatsing in 3e klas Kweekschool en examen M.U.L.O.
op die der 2e klas; dat in 1924 slaagden voor bedoeld examen 4200
candidaten, waaruit geconcludeerd kan worden, het groot aantal
jongelui, in het bezit van deze akte, hetgeen te denken geeft
5. het Dalton-stelsel, dat tot hoofddoel heeft, de zelfwerkzaam
heid bij de kinderen te bevorderen. De commissie acht dit stelsel
theoretisch van een zeer gezond beginsel, doch moet toegeven, dat
praktisch nog vele bezwaren er aan verbonden zijn.
Verder kwamen ter bespreking in een verzoek van het Bestuur der
Prinses Julianaschool, om steun te verleenen aan het adres aan den
Raad, om eene zeer noodige verbouwing te helpen bespoedigen een
verzoek van de Commissie van Toezicht te Rotterdam, om inlichtin
gen betreffende de gestie der commissie te Breda een schrijven van de