3 Van klasse V behooren 3 leerlingen (m.) tot de B-afdeeling de anderen tot de A-afdeeling 2 vr. leerlingen dezer klasse volgen de lessen in het Hebreeuwsch. Den 26sten September moest een leerling der 4de klasse om gezond heidsredenen de studie opgeven. Den 31Eten October en den 10den November verlieten 2 leerlingen (I m. en I vr.) der 2de klasse de school, wegens verhuizing naar elders, waar zij tot dezelfde klasse van het Gymnasium werden toegelaten. Leeraren. Na de Paaschvacantie was de heer dr. D. Th. Enklaar leeraar in het Nederlandsch en de Geschiedenis, door een ernstige ziekte ver hinderd zijn werkzaamheden aan het Gymnasium te vervullen. De heer W. H. L. Uges, oud-leeraar aan het Gymnasium, was bereid gedurende de maand Mei 20 (van de 29) uren waar te nemen. Bij besluit van B. en W. van 28 April 1924, werd de heer Uges voor deze waarneming benoemd. De overige 9 uren, over de verschillende klassen verdeeld, werden gedeeltelijk door andere lessen gevuld. Daar het spoedig bleek, dat de heer Enklaar vóór den nieuwen cursus zijn taak niet zou kunnen hervatten, moest een regeling getroffen worden voor de maanden Juni en Juli. Het onderwijs in kl. VI bleef den heer Uges toever trouwd echter was het hem niet mogelijk meer dan 4 uren te geven de heer J. J. Tempelman, onderwijzer aan de Rijksnormaallessen te Breda en bezitter van de acte M. O. Nederlandsch, werd met het onderwijs in het Nederlandsch in de klassen IV belast de heer Dr. H. A. E. van Gelder, leeraar aan de H. B. school, met het onderwijs in de geschiedenis in kl. I en kl. V, Mevr. F. J. van Gel der-Droste, Candidate in de Nederlandsche Letteren, met het onder wijs in de geschiedenis in kl. II en kl. 111. Deze regeling werd goed gekeurd bij besluit van B. en W. van 5 Juni, met ingang van 1 Juni. Na de groote vacantie kon de heer Enklaar, geheel hersteld, zijn lessen hervatten. Bij Raadsbesluit van 3 Mei werd op zijn verzoek eervol ontslag ver leend aan den heer H. A. Rijkens, leeraar in de Aardrijkskunde, wegens het bereiken van den 65-jarigen leeftijd, met dankbetuiging voor de bewezen diensten. In zijn plaats benoemde de Raad, bij be sluit van 5 Juni, met ingang van 1 September 1924 den heer A. I. Lucieer, leeraar aan de R. H. B. School te Bergen-op-Zoom onze aanbeveling luidde 1° de heer A. I. Lucieer, 2° de heer A. Zandvoort. Bij Raadsbesluit van 24 Juni werd de tijdelijke benoeming van de dames A. G. Morhaus, leerares in de Nat. Historie, en J Th. van Konijnenburg, leerares in de Natuurkunde, met ingang van 1 Sept. 1924 veranderd in een vaste. De tijdelijke benoeming van den heer P. H. J. M. Siegmund, leeraar in de Licham. Oefening, werd met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1924 | | pagina 319