4 een kort tijdsverloop als lid aan te sluiten bij een der alhier bestaande ziekenfondsen, waaraan reeds door verschillende gezinnen en een- loopende personen gevolg is gegeven. Zoowel de verschillende instellingen als de particulieren betoon den zich zeer tevreden over den aard der inrichtingen en over de wijze waarop deze zijn verstrekt, zoodat dit gedeelte van den Armen raad in alle opzichten geslaagd mag worden genoemd. Onder bevordering van toepassing der goede beginselen op het gebied van Maatschappelijk Hulpbetoon moge wel in de eerste plaats gerekend worden zooveel mogelijk samenwerking en zoo weinig mogelijk versnippering Dit punt werd steeds bij de vergaderingen voor oogen gehouden. Geen der instellingen zal achterwegen blijven, alvorens tot aange- vraagden steun over te gaan, den Armenraad gehoord te hebben. De voor den dienst van den Armenraad uitgegeven gelden be droegen f 362,25, terwijl er werd ontvangen f 543,72. Er is dus een batig saldo van f 191,47. Mededeelingen omtrent de toepassing van eenige bepalingen der Armenwet. Artikelen 35. In den loop van het jaar 1924 onderging de lijst bedoeld bij artikel 3 der wet geen verandering. Geen zaken zijn voorgekomen als bedoeld in artikelen 4 en 5. Artikelen 611 Oprichting en opheffing van instellingen van weldadigheid. Verandering in de bestemming der fondsen. Wat de oprichting van instellingen betreft is reeds hier vóór mel ding gemaakt. Opheffing van instellingen is niet voorgekomen, evenmin verande ring in de bestemming der fondsen van bestaande instellingen. Artikelen 12 en 57. Aan onze aanvragen bedoeld in artikel 12 en 57, wordt steeds gevolg gegeven. Art. 13. Alleen de Gereformeerde Kerk geeft de door haar ondersteunde armen niet op, doch uit hare ingezonden statistische opgave blijkt dat door haar in 1924 6 personen, waaronder vier hoofden van het gezin, voortdurend zijn ondersteund tot een gezamenlijk bedrag van f 1192,80. Artikelen 14. Onderstaande instellingen hebben in het verslagjaar uit de ge meentefondsen eene subsidie genoten namelijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1924 | | pagina 325