50 Annuïteiten verschuldigd wegens op grond van art. 33 der Woningwet ontvangen voorschotten. Dienstjaar, waarin het voorschot werd ontvangen Bedrag van het voorschot. Bedrag der annuïteit. Bedrag van eventueele Rijksbijdrage in deze annuïteit. Jaar, waarin de schuld zal zijn afgelost. 1910 88947,— 3707 1960 1912 5587, 267 1962 1913—1914 112000, 5103 1964 1914 31498, 1435 1964 1918 77000,— 3423 1968 1919 43542,— 1936 1994 1919 1151124, 55899 1970 Gemeentebegrooting. De gemeente-begrooting dienst 1924 werd vastgesteld in ont vangsten en uitgaven op een bedrag van f 3.778.483,77 en goed gekeurd bij besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 14 Maart 1923, G 203. Plaatselijke directe belasting naar het inkomen. In zijne vergadering van 22 Mei 1921 beeft de Raad besloten om, te rekenen van 1 Mei 1921, de regeling van de aanslagen in en de zorg voor de inning van de plaatselijke directe belasting naar het inkomen te doen geschieden door de Rijksadministratie. Vergunningsrecht foor den eerkoop can sterken drank 'n het klein. Aan dit recht is voor het vergunningsjaar 1924/25 ontvangen voor 93 gewone en 2 bijzondere vergunningen f 4956,24 tegen f 5209,37 over 1923/24. Het recht voor eene bijzondere vergunning bedraagt 75 ten honderd van het bedrag, hetwelk voor een gewone vergunning, overeen komstig art. 20, 3de lid, der Drankwet, wordt vastgesteld. Bovendien wordt het recht van elke vergunning met 50 ten honderd verminderd voor de localiteiten, waarin geen sterken drank in het klein verkocht of geschonken wordt tusschen Zaterdagavond 6 uur en Maandagochtend 8 uur. Van deze bijzondere bepaling werd in 1924 gebruik gemaakt door de houders van 2 bijzondere vergunningen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1924 | | pagina 52