60 II. Politie-mededeelingen. A. Mutatiën in het personeel. Eervol ontslagen op verzoek. 1 adj.-inspecteur, 1 hoofdagent-con troleur en agent !e klasse. Bevorderd 3 agenten 2e klasse tot agent le klasse. B. Redden van drenkelingen. Aan premiën te dezer zake werd in 192.4 niets uitbetaald. C. Belooning voor menschlievend hulpbetoon. Werd niet verleend. D. Zelfmoorden. In 1924 werden geen zelfmoorden geconstateerd. III. Doodschouxo. Met het verrichten der doodschouw, bedoeld in art. 4 der wet van 10 April 1869 (Staatsblad n°. 65) was in 1924 belast de tijdelijke gemeente-geneesheer dr. F. C. M. Hofman. Bij ontstentenis van den heer Hofman werd als diens plaatsver vanger aangewezen de heer Joh. Beintema. IV. Arbeidswet. Tabel van het aantal op 31 December 1924 geldige arbeidskaarten, afgegeven door of vanwege den Burgemeester van Breda. Afgegeven arbeidskaarten. 12 jaar. IV 1 d jaar. 14 jaar. j 15 jaar. 16 jaar. 17 jaar. Totaal. Jongens Meisjes 80 91 126 112 159 138 177 155 542 496 Totaal Gehuwc 171 238 e vrouwen 44 297 332 1038 V. Brandweer. Het personeel der brandweer bestond op 31 December 1924 uit 1 opperbrandmeester, 1 adjunct-opperbrandmeester, 15 brandmeesters, 1 opzichter van het materieel, 1 werkman-chauffeur, 80 brandgasten, 99 personen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1924 | | pagina 62