67
Aan besturen van bijzondere scholen werd in 1924 uitgekeerd
a. een vergoeding ex. art. 100 der wet op het L. O. 1920 (jaarwedden
van overcomplete onderwijzers) van f 9596,68 b. een vergoeding
ex. art. 101 (kosten van instandhouding) van f 79.049,93 c. een ver
goeding ex. art. 205 (geschatte waarde gebouwen) van f 54.061,73s
d. een uitkeering ex. art. 86 (aan andere gemeenten in de kosten van
de stichting van bijzondere scholen) van f 744,18.
Aan 38 personen, die hun voornemen hadden te kennen gegeven
werkzaam te zijn bij het bijzonder onderwijs, zijn bewijzen verstrekt,
bedoeld bij letter C van artikel 107 der Lager-Onderwijswet 1920.
II. Vervolg-, Zondags- en Bewaarscholen.
A. Vervolgonderwijs.
De verordening tot regeling van het vervolgonderwijs is bij raads
besluit van 26 Juni 1923 ingetrokken met ingang van 1 Juli d.a.v.
B. Zondagsscholen.
Elf zoodanige scholen zijn alhier gevestigd, te weten
a. een voor jongens genaamd Matthias Jacobus en een voor
meisjes, genaamd Laat de kinderen tot mij komen
beide van den Hervormden godsdienst (orthodoxe rich
ting)
b. een van de afdeeling Breda van de Vereeniging van Vrijzinnig
Hervormden in de provinciën Noordbrabant en Limburg
en een van de Protestantsche Vereeniging Liefde is Macht
(beide van moderne richting)
c. een van de Gereformeerde Zondagsschoolvereeniging «Jachin»,
d. zes voor jongens van den Roomsch-Katholieken godsdienst,
zijnde
een in de parochie van de H. Barbara.
twee in de parochie van den H. Antonius, het Sint Antonius-
patronaat en de congregatie van jongelingen Breda's
R. K. Jongelingschap
een in de parochie van O. L. Vr. Hemelvaart
een in de parochie van den H. Joseph
een bij de Paters-Capucijnen, de St. Fidelis-vereeniging tot
voortplanting des geloofs.
C. Bewaarscholen.
Ten aanzien dezer scholen worden medegedeeld de opgaven ver
vat in den volgenden staat