77
HOOFDSTUK X.
ARMWEZEN.
Op 31 December 1924 waren in deze gemeente gevestigd
2 instellingen, behoorende tot letter a. (burgerlijke)
27 b. (kerkelijke) en
14 c. (bijzondere)
van artikel 2 der wet van Tl April 1912 (Staatsblad no. 163).
De burgerlijke instellingen zijn
1°. het Burgerlijk Armbestuur en
2°. het Oude-Mannenhuis.
Verschillende bijzonderheden, nopens den toestand van het arm
wezen, zijn vervat in het hierachter opgenomen verslag van het
Burgerlijk Armbestuur over 1924 (Bijlage XXIII).
Bij Koninklijk Besluit van 7 Juni 1903, n° 38 werd voor deze ge
meente een Armenraad ingesteld, waarbij het aantal bestuursleden
werd bepaald op vijf. Er zijn 26 instellingen van weldadigheid in
deze gemeente, welke aan dien Armenraad deelnemen.
Een verkort verslag van deze instelling over 1924 is als bijlage
hierachter opgenomen (Bijlage XXII).
Op daartoe gedane uitnoodiging ontvingen wij, evenals in voor
gaande jaren, een verslag van de commissie voor het district Breda
van het Fonds ter aanmoediging en ondersteuning van den gewapen-
den dienst in de Nederlanden over 1924, waaruit blijkt dat de
districtscommissie bestaat uit de heeren
P. J. Geill, voorzitter.
E. A. Umland,
P. J. H. van Deventer,
D. Cheriex, secretaris.
De uitkeering van gratificaties had geregeld plaats op den 1en werk
dag van ieder kwartaal. De gratificaties werden vanaf 1 Juli verhoogd
met i' 20 °/o.
Het aantal infirmen en veteranen bedroeg 16, dat der verminkten
van het O.I. leger 10.
Bijslag boven hun gratificatie ontvingen 6 verminkten.
De opbrengst der jaarlijksche collecte voor het Fonds bedroeg voor
Breda f 104,39 en voor het geheele district f 667,57.
Voorts ontleenen wij aan het jaarverslag der Vereeniging Pro
jüventute te Breda e.o. het volgende
Aan de zeer gewaardeerde medewerking van de zijde der
Justitie en der Politie ontbrak het ook in het afgeloopen jaar
niet. De werkende leden verrichtten hun taak wederom met ijver
en toewijding, en de rapporten getuigden steeds van de nauw
gezetheid en zaakkennis, waarmede de Dames-Patronessen en
de Heeren-Patroons zich kweten van hun vaak moeilijke op
drachten.