85 HANDEL, NIJVERHEID EN SCHEEPVAART. I. Handel. gedrang kwam. Mocht dit misbruik nog ruimer omvang aan nemen, dan kunnen maatregelen daartegen natuurlijk niet uit blijven. Het veilingsterrein en de gebouwen ondergingen dit jaar weinig of geen verandering. Alleen werd, door het aanleggen van een steigertje, in een lang gevoelde behoefte voorzien. Het laden en lossen van vaatwerk gaat thans heel wat handiger en verloopt veel vlotter. Het was dus vooral om de koopers te believen, dat bedoeld toestel geplaatst werd. Daar gedurende de zomermaanden, vooral in het drukst van de campagne, ruimte te kort komt, besloot het Dagelijksch Bestuur den eierhandel met heel zijn rompslomp van kisten enz. te doen verhuizen naar het magazijn in de nieuwe Dieststraat, welks inhoud in dien tijd toch gespuid is. Een tweede schouw- toestel werd daar geplaatst. De eieren kunnen dus daar worden opgestapeld en geschouwd het veilen blijft natuurlijk gebeuren in het veilingsgebouw. Het veilingsemplacement zelf blijft het bestuur, vooral in den zomertijd, veel zorg baren. Het is dan ook te hopen, dat Breda wat water in de wijn zal doen en niet op zijn stuk blijft staan. In het laatste geval zou voortaan alles en allen binnen de afraste ring van het terrein moeten worden opgeborgen, want het aan bod van Breda, om het verhoogde pleintje aan de Gasfabriek te gebruiken zal wel niet ernstig gemeend zijn. In het jaar 1924 werden de navolgende veilingen gehouden Groenten-namiddagveilingen 143 Sprui ten-morgenveilingen 105 Frambozen-, Aardbeien- en Fruitveilingen 53 met een totaal omzet van f 2.390.419,47, terwijl de aanvoerder voornaamste producten bedroeg Frambozen Aardbeien (moffen) (scarlets) Zwarte bessen Spruiten en Witlof Eieren HOOFDSTUK XII. Op 1 April 1922 werd de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Breda ontbonden. Hier ter stede zetelt thans de Kamer van Koop handel en Fabrieken voor Westelijk Noordbrabant. 3.066.056 kilo's 1.061.995 212.114 209.059 1.031.793 4.211.500 stuks

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1924 | | pagina 87