Aan den Raad der gemeente Breda. Voor den twee en dertigsten keer wend ik mij tot U met een verslag omtrent den toestand van de boekerij en van het archief, door U aan mijne zorgen toevertrouwd. Maar nooit deed ik dit met zooveel vreugde en blijdschap als thans. Voor ruim dertig jaar bevond zich het archief op een kamer, waar het zelfs tegen regen niet behoorlijk beschermd was niet omdat men er niet om gaf, doch er was geen ruimte beschikbaar. Zoodra er plaats kwam, werd het archief verplaatst, en nu stond het betrekkelijk niet veel beter, maar goed droog. De verschillende registers konden niet zoo worden geplaatst, dat zij gemakkelijk konden worden ter hand ge nomen men moest er met een ladder bij klimmen. En dan dreigde altijd het spook brandgevaar. Over eenige weken nu zal het archief met boekerij verhuizen naar een nieuw gebouw, brandvrij en geheel naar den eisch ingericht, flink ruim en geriefelijk, en daarmede zal ik van vrees bevrijd en van ernstige zorg verlost zijn. De bibliotheek was een tijd lang vergeten en verlaten, doch tot mijn genoegen kan ik verklaren, dat zij weer meer belangstelling begint te ondervinden en dat men haren betrekkelijk rijken inhoud vrij druk komt raadplegen. Wat het archief betreft, heb ik dit jaar vooral mijn aandacht gewijd aan de huwelijken. Trouwacten hebben wij slechts van de Groote Kerk en van de huwelijken, gesloten voor wethouderen van Breda. Maar hier en daar vindt men in andere registers aanteekening van echtverbintenissendeze verspreide aanteekeningen heb ik bijeen gebracht en lexicografisch geordend. Zoo kunnen deze nog goede diensten bewijzen want, genealogische gegevens worden het meest gevraagd Ook dit jaar heb ik weer velen, ook uit het buitenland, de ver langde inlichtingen kunnen verschaffen en bij hunne nasporingen behulpzaam kunnen zijn. Van andere archieven en bibliotheken werden mij stukken ge zonden van het gemeente-archief van Amsterdam, van de Univer siteitsbibliotheek aldaar, van het Rijksarchief te 's-Bosch, opdat dezelve door hen, die er om vroegen, te mijnen kantore konden worden geraadpleegd. Ook ik zond voor een zelfde doel stukken naar het Rijksarchief te 's-Hage. Tijdens mijne kantooruren hebben ook dit jaar verschillende be langstellenden onder mijn toezicht gearbeid, zooals Dr. Enno van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1924 | | pagina 92