19 dd. 17 October werd opgedragen aan de N. V. Aannemersbedrijf v/h. P. A. van Wijnen te Dordrecht. De kademuur aan de Prinsenkade ongeveer tegenover de Ka thedrale kerk werd over een lengte van 20 M. tot een diepte van 0.30 M. AP. afgebroken en opnieuw opgemetseld. Deze werk zaamheden werden in eigen beheer uitgevoerd, terwijl de hulp- damwand daarvoor werd aangebracht door de firma Th. Blijlevens te Made. Aan een ander gedeelte van dezen kaaimuur werden de losse voegen uitgehakt en opnieuw ingevoegd. Algemeene begraafplaats. De begraafplaats is gelegen onder de gemeente Ginneken en Bavel ten Zuiden van den Rijksweg naar Tilburg, op het perceel kadastraal bekend als sectie A. nr. 924. Het toezicht is opgedragen aan F. Wiechmann, wonende in de nabijheid, tegen een belooning van f 10.per jaar. Tot heden zijn aldaar begraven 3 lijken. De Israëlieten hebben een gedeelte van deze begraafplaats in gebruik gekregen. Torens. De galmborden aan de Westzijde van den grooten toren werden gedeeltelijk vernieuwd, terwijl een der raamvullingen van zand steen door het personeel der restauratie-werken aan de Groote Kerk werd vernieuwd. Het jaarlijksch onderzoek der bliksem afleiders geschiedde ook dit jaar wederom door P. de Boer uit Delft met assistentie van J. v. d. Bogaert uit Etten. Vischmarkt. De leibedekking van de Vischmarkt werd geheel afgenomen en opnieuw met bijlevering van de benoodigde nieuwe leien gedekt door J. v. d. Bogaert voornoemd. Schoolgebouwen. School Eindstraat. De voorgevel dezer school werd geheel opnieuw geschilderd, terwijl de goten van dit gebouw voor een gedeelte werden ver nieuwd. School Boschstraat. Het buitenverfwerk van dit gebouw is geheel opnieuw geschil derd. Bij de uitvoering dezer werkzaamheden bleken de boei- boorden aan den achtergevel gedeeltelijk versleten, waarom zij voorzoover noodig werden vernieuwd. De schuttingen en rijwielbergplaatsen werden door den dienst der Openbare Werken overgeschilderd, terwijl het buitenverfwerk,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1925 | | pagina 117