aan de voorschriften der bouwverordening voldoen. Nadat de be
trokken eigenaar mondeling of schriftelijk is gewaarschuwd, worden
in den regel de noodige herstellingen aangebracht.
18. Toepassing van artikel 20, eerste lid, der Woningwet.
Dit artikel vond in 1925 geen toepassing.
HOOFDSTUK IV.
Onbewoonbaarverklaring, ontruiming,
sluiting en afbraak.
19. Onbewoonbaarverklaring ingevolge artikel 21, eerste lid,
der Woningwet.
Bij raadsbesluit van 5 Februari 1925 werden 26 woningen en bij
raadsbesluit van 29 September 1925, 9 woningen onbewoonbaar
verklaard. De ontruimingstermijn werd gesteld op 6 maanden.
20. Onbewoonbaarverklaring ingevolge artikel 21, tweede lid,
der Woningwet.
Volgens deze bepaling had in 1925 geene onbewoonbaarver
klaring plaats.
21. Toepassing van artikel 21, vierde lid, a, b en c, der Wo
ningwet.
Niet toegepast.
22. Verlenging ontruimingstermijnen (artikel 21, vijfde lid, der
Woningwet).
Bij raadsbesluit van 1 December 1925 werd, in verband met den
woningnood, de ontruimingstermijn van 37 onbewoonbaar ver
klaarde woningen met 6 maanden verlengd.
De onbewoonbaarverklaring dezer woningen werd uitgesproken
bij raadsbesluit van 28 April 1917, 18 Januari 1918, 28 November
1918 en 5 Februari 1925.
23. Toepassing van artikel 22, eerste, tweede en derde lid,
der Woningwet.
Voorziening werd in 1925 niet aangevraagd.
24. Ontruiming en sluiting van onbewoonbaar verklaarde wo
ningen (artikel 23 der Woningwet).
Dit wetsartikel vond in 1925 geen toepassing.
25. Toepassing van artikel 25 der Woningwet.
Niet toegepast.
26. Toepassing van artikel 28 der Woningwet.
Niet toegepast.
HOOFDSTUK V.
Onteigening.
27. Onteigening volgens artikel 77 der Onteigeningswet.
Bij raadsbesluit van 1 December 1925 werd voorloopig goed
gekeurd een plan tot onteigening van woningen, gebouwen en
erven langs de westzijde van de Keizerstraat.