4
4 slikkarren,
1 veegwagen met reserve rolbezem,
10 sectiewagentjes (veegdienst),
1 waterwagentje voor de urinoirs,
2 slangenwagentjes voor het besproeien en schoonspuiten der
straten,
4 kruiwagens,
3 rijwielen.
Straatreiniging.
Aan het schoonhouden van straten en pleinen werd de noodige
zorg besteed, alle straten werden op enkele uitzonderingen na
twee- of driemalen per dag geveegd; over het algemeen genomen
ziet de stad er in den regel nogal zindelijk uit. De opgeheven
Zondagsdienst, voor zoover het straatvegen betreft, werd met
ingang van 1 October weder ingevoerd; men wil klaarblijkelijk
met de gewoonte om papier en dergelijke voorwerpen op de
openbare straat te werpen niet breken en waar men deze lief
hebberij in het bijzonder op Zaterdagavond beoefend, zag de stad
er juist op den algemeenen rustdag vuil uit, waar dus van de
zijde van het publiek geen medewerking ondervonden werd, moest,
zeer tegen onzen zin, weder tot geregelden Zondagsdienst be
sloten worden.
Wanneer noodig werden de straten afgespoeld.
Sneeuwruimen.
De afgeloopen winter was, wat het opruimen van sneeuw be
treft niet zeer gunstig voor onzen dienst, er viel veel en her
haaldelijk sneeuw, de weersgesteldheid was daarbij zoo afwisse
lend dat de opruiming veel moeilijkheid ondervond; sneeuw, vorst
en dooi wisselden elkander onophoudelijk af.
De kosten hieraan verbonden bedroegen f 3083,42.
Sproeidienst.
In de maand Mei werd de autosproeiwagen weder omgebouwd
en in dienst gesteld, vóór dien tijd werd met een gewonen sproei
wagen in dien dienst voorzien.
Er werd gesproeid op 68 dagen, verdeeld als volgt:
In April op 9 dagen, waterverbruik 147 M:I.
Mei 14 1315
Juni 18 2232
Juli 10 1670
Augustus „13 1459
October 4 162
Totaal op 68 dagen, waterverbruik 6985 M'.
In 1924 waren deze cijfers 59 en 2636.