5 Rioolkolken. Behoudens buitengewone omstandigheden, werd deze dienst door vier ploegen verricht, de lediging der kolken kon geregeld en naar behooren geschieden. De ongunstige toestand, waarin vele oude riolen verkeeren, eischt dringend verbetering. De centrale putten werden naar behoefte geledigd. Het aantal abonnementen voor het schoonhouden van riool putjes bij particulieren bedroeg 130 op het einde van December 1925; aan vergoeding hiervoor werd f 856,10 ontvangen. Urinoirs. Deze werden geregeld schoongemaakt en zoo noodig gedes infecteerd. De meeste dezer gebouwtjes bevinden zich eiken morgen in zeer vuilen toestand. Ophalen van huisvuil enz. Door het in gebruik nemen van den tweeden vuilnisauto kon de voorgenomen wijziging in dezen dienst worden doorgevoerd. De gemeente is thans in twee, in plaats van in zes wijken ingedeeld, in de binnenstad word driemaal, in de buitenwijken tweemaal per week gelegenheid gegeven om het vuil mede te geven. Afgehaald werden als extradienst: 446 karren vuilnis uit mili taire gebouwen en 113 bij andere inrichtingen en bij particulieren. De opbrengst der vergoeding hiervoor bedroeg f 2295,60. Tonnendienst. Het aantal geplaatste privaattonnen vermindert langzamerhand. Hoewel reeds in 1917 het tonnenstelsel afgeschaft is, zijn er nog 78 stuks geplaatst; ultimo December 1924 bedroeg dit getal 92, eene vermindering alzoo van 14 stuks. Het aantal tijdelijk geplaatste tonnen is aan schommelingen onderhevig, dit bedroeg op 31 December 64. Gedurende de kermisweek werden ook tonnen in tenten en kramen geplaatst. Aan vergoeding werd ontvangen f 947,75. Het aantal geplaatste tonnen tot het opnemen van slachtafval bedroeg op het einde van het jaar 82 stuks. De hiervoor ontvangen vergoeding bedraagt f 1073,85. Pneumatische lediging van beerputten. Voor het ruimen van beerputten wordt alleen gebruik gemaakt van de beide autobeerwagens en het buizenautotje, de bediening heeft zoodoende plaats op snelle en praktische wijze.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1925 | | pagina 154