door de gemeente enkele noodige wijzigingen zijn aangebracht,
waarna bedoeld gebouw in eigendom aan het schoolbestuur zal
overgaan.
Wijziging in het onderwijzend personeel kwam er weinig; ver
melding verdient, dat in den loop van 1925 aan de school aan de
Boschstraat eervol ontslag werd verleend aan mevr. Soontiëns
Reijnen, die ruim 40 jaar hare krachten aan het onderwijs gegeven
had aan dezelfde school.
Nu in de L. O. Wet het getal leerlingen per leerkracht weer op
48 is bepaald, gebeurt het wel, dat bij vertrek van een onderwijzer
aan eene bepaalde school geene nieuwe benoeming mag plaats
hebben, wat natuurlijk het onderwijs niet ten goede komt.
Is iemand van het onderwijzend personeel voor één dag of enkele
dagen afwezig, dan neemt het Hoofd der school, op kosten der
Gemeente, soms een z. g. daggelder aan, die per schooltijd wordt
gesalarieerd. Is door eene langdurige ongesteldheid, of door welke
andere reden ook, de afwezigheid van langeren duur, dan kan een
tijdelijke leerkracht worden aangesteld, die door het Rijk moet
worden vergoed, wanneer het aantal leerlingen daartoe aanleiding
geeft.
't Algemeen oordeel der schoolhoofden is, dat er zeer weinig
ongeoorloofd schoolverzuim plaats heeft, terwijl ook 't school
verzuim wegens ziekte e. d. voor 1925 geen hoog cijfer aanduidt.
Het Hoofd der school aan de Middellaan klaagt over eene
sterke daling van het aantal leerlingen, hetgeen, volgens hem,
niet uitsluitend kan worden toegeschreven aan een overgaan naar
de nu Bijz. school aan de Nieuwe Huizen.
Het Hoofd der school aan de Keizerstraat vermeldt met vol
doening het succes eener natuur-historische tentoonstelling, welke
door de leerlingen zelf onder toezicht en leiding werd op touw
gezet. Ook van enkele andere scholen kwamen de leerlingen in
klasse-verband deze tentoonstelling bezichtigen.
Aan deze school zal ook eene nieuwe poging gewaagd worden
tot het bewerken van schooltuintjes, waar deze in het afgeloopen
jaar met succes werd bekroond.
HOOFDSTUK III.
Algemeene opmerkingen.
Het eerste, wat de Commissie over het afgeloopen jaar heeft
op te merken, is tot haar spijt eene oude klacht. Nog vaak worden
er door den Raad besluiten genomen, betreffende het onderwijs,
waarover de commissie vooraf niet is ingelicht, of waarover geen
advies is gevraagd. Waar de Commissie toch blijk geeft van
haar actief optreden en waar toch sommige belangrijke vraag
stukken door het College ter behandeling worden voorgelegd
meent de Commissie niet veeleischend te zijn, als zij tot Uwen