6
mum salaris, bovendien is b. v. aan de kopscholen een volledig
bevoegde, soms met meerdere bijvakken, niet altijd te vinden.
7. Het niet tijdig berichten aan de scholen van besmettelijke
ziekten (i.e. roodvonk). Van medische zijde werd in de Commissie
te kennen gegeven, dat de fout vaak bij de doctoren ligt, omdat zij
het gemeente-bestuur niet tijdig mededeeling doen.
8. De aansluiting van het L. O. bij het Nijverheidsonderwijs,
naar aanleiding van eene desbetreffende circulaire der Commissie
van Toezicht te Delft, in hoofdstuk 111 uitvoerig besproken.
9. Het rapport der gymnastiek-commissie waaruit blijkt, dat met
2 scholen een proef zal genomen worden, nadat 't onderwijzend
personeel 3 maanden is voorbereid. De Commissie vindt het be
sproken plan wel een heel klein stapje in de goede richting, maar
hoopt, dat geen struikelen 't gevolg er van zij en dus spoedig
grootere stappen zullen kunnen gedaan worden. De Commissie
betuigt volkomen adhaesie met het plan, doch vestigt bij het
Gemeentebestuur de aandacht er op, dat deze lessen, èn terwille
van het kind, èn terwille van den onderwijzer, niet worden ge
geven buiten de gewone schooluren.
De Commissie ontving verder eene uitnoodiging tot bijwoning
van de M. U. L. O. examens, de vergadering van de vereeniging
„Volksonderwijs" tot het voeren van actie ter verkrijging van een
of meer Openbare Bewaarscholen, de opening der verbouwde school
voor Chr. M. U. L. O. aan de Nieuwstraat, die van de Prinses-Juliana-
school aan het Van Coothplein, de natuur-historische tentoonstelling
der leerlingen van de school aan de Keizerstraat en de opening van
de Bijz. School aan de Nieuwe Huizen.
Op 31 December 1925 was de commissie als volgt samengesteld:
Aftreding 1926Aftreding 1927:
de heer ds. F. J. J. Loeff, de heer P. Haaiman,
de heer dr. W. Gunst, de heer Th. Siegmund,
de heer A. van Roessel. mevr. I. Elich-Feber.
Aftreding 1928: Aftreding 1929:
mej. J. Ufkes, de heer dr. F. Hohmann,
de heer mr. dr. W. Fick, de heer H. Bayings,
de heer C. Pas. de heer J. F. Thijssen.
Aftreding 1930:
mevr. C. Rosman-Sitsen,
de heer J. W. Broers,
de heer H. J. J. v. Roermund.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Commissie van Toe
zicht op het L. O. te Breda, den 12en Maart 1926.
F. J. J. LOEFF, voorzitter.
I. ELICH-FEBER, secretaresse.