Van de 6de klasse volgden aanvankelijk 2, sedert 1 October
1 leerlinge de lessen in het Hebreeuwsch; van de 5de klasse 2
leerlingen.
Op 1 December werd een leerlinge der 1ste klasse om gezond
heidsredenen toehoorderes in de vakken: Latijn, Nederlandsch,
Fransch, Wiskunde.
Leeraren.
Den heer P. H. J. M. Siegmund, leeraar in de Lich. Oef. van
de jongens, werd den 27sten Februari ziekteverlof gegeven tot 23
Aprilwelk ziekteverlof den 7 April voor den tijd van 6 maanden
verlengd werd. Daar het niet te verwachten was, dat een plaats
vervanger zou kunnen worden gevonden, werd in overleg met
den heer Inspecteur der Gymnasia het onderwijs in de Licham.
Oefening zoo geregeld, dat de heer Pollen de helft van de uren
aan de jongens, de helft aan de meisjes gaf.
Tegen het einde van den cursus was de toestand van den heer
Siegmund, wiens tijdelijke betrekking met het einde van den
cursus eindigde, niet van dien aard, dat aan een herbenoeming
kon worden gedacht. Bij besluit van B. en W. van 18 Sept.,
bevestigd door het raadsbesluit van 30 October, werd benoemd
tot tijdelijk leerares in de Lichamelijke Oefening met ingang van
22 September, de eenige sollicitante, mej. M. D. H. Marissen te
Utrecht.
Bedienden.
Den 11 den April verleende ons College aan den heer J. van
Dun op zijn verzoek met ingang van 1 September 1925 eervol
ontslag uit zijn betrekking van concierge van het gymnasium
onder betuiging van waardeering voor zijn langdurige, trouwe
plichtsbetrachting en benoemde tot zijn opvolger met ingang van
dienzelfden datum den heer T. C. J. Wielinga.
Curatoren.
Bij raadsbesluit van 23 December 1925 werd opnieuw benoemd
tot curator de heer Mr. W. Ingen-Housz en zulks voor den ge
wonen tijd van zitting.
Gebouw en Leermiddelen.
Het gebouw werd goed onderhouden en verkeert in goeden
toestand. Boekerij en leermiddelen werden op de gewone wijze
onderhouden en aangevuld.
BREDA, Februari 1926.
Het College van Curatoren van het Gymnasium te Breda,
W. INGEN-HOUSZ, Voorzitter.
M. VAN DAM, Secretaris.