2
W. J. A. Loomans.
Mej. A. E. Scheuer.
Mej. J. C. M. Strater.
M. L. Honnerlage Grete.
Ch. P. Lefel.
Bestuursleden
Plaatsverv. Bestuursleden
H. W. Derks.
Mevr. S. Swaep-Speijer.
Mevr. Douairière E. Speyart van
Woerden.
J. L. M. Asselbergs.
A. A. Lievegoed.
Voorzitter: W. J. A. Loomans.
Secretaris: J. W. J. F. M. Klep.
Het bureau is gevestigd in de Sint Annastraat, irigang Stadserf
en bestaat uit een kantoor en een wachtkamer.
Met den secretaris bestaat het personeel uit een informator.
Met uitzondering van Zaterdag is de secretaris eiken werkdag
te spreken van 2 tot 4 uur namiddag.
De vergaderingen van den Armenraad worden steeds gehouden
ten Stadhuize.
Ingevolge artikel 45 van het Koninklijk Besluit van 18 Juli
1912, Staatsblad no. 264, richtten wij op 15 Januari 1925 aan
alle op de lijst, bedoeld bij artikel 3 der Armenwet, voorkomende
instellingen van weldadigheid binnen het ambtsgebied van den
Armenraad armenverzorging buiten gestichten ten doel hebbende
het verzoek ons mededeeling te doen of zij bereid waren voor
een nieuwen termijn van vier jaren een vertegenwoordiger aan
te wijzen.
Van de op vorenbedoelde lijst voorkomende instellingen, die
armenverzorging buiten gestichten ten doel hebben, gaven 24
kennis bereid te zijn tot den Armenraad voor de nieuwe vierjarige
periode toe te treden.
Bij missive van Z. E. den Minister van Binnenlandsche Zaken
d.d. 29 April 1925, no. 640 afdeeling A. ontvingen wij afschrift
van het Koninklijk Besluit van 20 April 1925, no. 5, waarbij het
bedrag, bedoeld in artikel 48, le lid, 2e zinsnede der Armenwet
voor den nieuwen termijn van vier jaren, gesteld in art. 44 dier
wet, bepaald is op f 12.248,88.
Daarop werden bij circulaire van 28 Mei 1925 de aan de samen
stelling van den nieuwen Armenraad medewerkende instellingen
uitgenoodigd hare vertegenwoordigers op te geven.
In 1925 vergaderde de Armenraad tweemaal en wel op 30
Maart en 9 Juli 1925.-
De voornaamste punten in de vergaderingen behandeld
waren:
1. Rekening en verantwoording over het kalenderjaar 1924.
2. Begrooting voor het kalenderjaar 1926.
In het verslagjaar werden 516 onderzoekingen op verzoek van
particulieren en weldadigheidsinstellingen verricht, alle betreffende
de inkomsten en den toestand van gezinnen en eenloopende per
sonen als: