11
Bij raadsbesluit van 23 April 1925 werd de heer mr. W. Ingen-
Housz, wiens tijd van zitting verstreken was, opnieuw benoemd
tot lid en voorzitter van ons bestuur voor den gewonen tijd van
zitting.
De heer mr. W. Ingen-Housz, die reeds 32 jaren, waarvan 15
jaren als voorzitter, in het burgerlijk armbestuur zitting had, nam
echter deze herbenoeming niet aan. In de vergadering van 6 Mei
1925 werd hem dank gezegd voor het vele, dat hij in al die
jaren in het belang der armen onzer stad heeft gedaan.
In zijne plaats werd bij raadsbesluit van 29 Juli 1925 benoemd
tot lid van ons bestuur de heer L. J. M. Eras.
Verder werden, in verband met de wijziging van het reglement
van ons bestuur, waarbij werd bepaald, dat het ledental met twee
moest worden uitgebreid, bij raadsbesluit van 1 December 1925
nog de heeren C. Norbart en J. M. Wieten tot leden van het
burgerlijk armbestuur benoemd.
Af- en overschrijving in de begrooting.
Op ons daartoe strekkend verzoek van 5 Maart 1925 werden
wij gemachtigd, bij schrijven van Heeren Burgemeester en Wet
houders, d.d. 6 Maart 1925, Br. No. 91/6, de begrooting te wij
zigen als volgt
ONTVANGSTEN TE VERHOOGEN
Hoofdstuk IV art. 1. Ontvangsten van ver
schillenden aard f 2334,59
Hoofdstuk VI art. 1. Subsidie v.d. gemeente - 5000,f 7334,59
en hiervan over te schrijven op: UITGAVEN
Hoofdstuk I art. 4a. Kosten van vuur en
schoonhouden der
regentenkamer f 10,85
Hoofdstuk I art. 4b. Kosten van drukwerk
en kantoorbehoeften - 8,59s
Hoofdstuk II art. 1. Onderhoud van geb. - 41,28r>
Hoofdstuk III art. 4. Uitk. van interesten,
voedingsmiddelen en
brandst., waarvan de
kapitalen onder den
last daarvan zijn ver
maakt - 6,15
H. IV afd. 1 art. 1. Bedeeling in geld - 1445,90
H. IV afd. 2 art. 1. Kostgelden van beste
delingen - 5806,81
Hoofdstuk VI art. 2. Andere uitgaven niet
tot de vorenstaande
behoorende - 15,f 7334,59