VERSLAG van het Gemeentelijk Pensioenfonds over het jaar 1925* Aan den Gemeenteraad. Hierbij heb ik de eer U aan te bieden het verslag van den toestand van het Gemeentelijk Pensioenfonds over het dienstjaar 1925. Dit verslag is het laatste, aangezien het fonds is opgeheven; aanleiding daartoe was uw besluit om met de opbrengst van de bezittingen van het fonds de bijdrage van de gemeente aan het fonds te verminderen en op die wijze de begrooting van 1925 sluitend te maken. Hieronder volgt een opsomming der ontvangsten en uitgaven loopende tot en met 30 Juni 1926. Ontvangsten: Voordeelig saldo over 1924 f 5705,39"'. Interesten van belegd kapitaal f 1022,04; hierin is niet begrepen de rente der verkochte effecten tot den dag van verkoop. Van het kapitaal van het pensioenionds is op 1 Januari 1926 a pari afgelost 1 obligatie a f 500 der 37a 7» leening van 1886: opbrengst f 500; de opbrengst der verkochte effecten bedraagt, met inbegrip der rente f 36.387,87. De bijdrage der gemeente bedroeg over 1925 (Rbs. van 23 Dec. 1925 en 23 April 1926): a. Algemeene dienst f 75.725,99. b. Gasfabriek - 45.306,29. c. Waterleiding - 5.412,01. d. Electr. bedrijf - 5.412,01. e. Trambedrijf - 1.056,63. f. Warenkeuringsdienst - 9.277,74. S- Vleeschkeuringsdienst - 4.639.35. Totaal f 146.830,02. Aan bijdragen van ambtenaren voor eigen pensioen werd ont vangen f3174,35 en voor weduwen- en weezenpensioen f4995,26; voor inkoop van diensttijd als tijdelijk gemeente-ambtenaar f91,14. Uitgaven-. Administratiekosten f 490,46. Bijdragen voor ambtenaarspensioen (ing. art. 35 en 36 der Pensioenwet 1922) f 62.638,65 en voor weduwen en weezen pensioen f 46.810,ing. art. 63 en 64 der Pensioenwet voor de gemeente-ambtenaren 1913(inkoop van vroegere diensten) f 1813,40'; ing. art. 65, 2e lid f 117,79; ing. art. 68 dier wet j°. art. 158 der Pensioenwet 1922 (jaarlijksche vergoeding voor uitgekeerde amb tenaarspensioenen) f 68.427,95.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1925 | | pagina 94