Verslag betreffende den toestand en de werking van de Gemeentereiniging te Breda, over het jaar 1926. Beheer. In de samenstelling van de Commissie kwam eenige verandering de heer J. J. A. van Werkhooven stelde zich, door drukke bezigheden daartoe genoodzaakt, niet weder voor eene herbe noeming beschikbaar. In de raadsvergadering van 15 September werden de overige aftredende heeren herkozen en in de plaats van den heer van Werkhooven werd de heer J. M. Meijvis, vroeger reeds jaren lid van de Commissie, gekozen. Op 31 December was de Commissie samengesteld als volgt H. J. Moll, wethouder, Voorzitter. Th. P. Elich, j W. L. Kooperberg, J. N. Kroone, Leden J. M. Meijvis, De directeur fungeerde als secretaris. Verschillende onderwerpen werden in de vergaderingen bespro ken, waaromtrent adviezen en voorstellen bij heeren Burgemeester en Wethouders werden ingediend. Directie en toezicht. De directie bleef ongewijzigd. Het toeziend personeel bestond uit den vaaltopzichter S. M. van Cortenberghe en de opzichters C. J. Noijens en A. van Loon. Personeel. Het vaste personeel bestond bij den aanvang van het jaar uit 42 werklieden. Tot werklieden in vasten dienst werden aangesteld de losse werklieden H. G. van Malsen en F. Frèrejean. De monteur J. Mattijssen werd bevorderd tot monteur eerste klas, en hulpchauffeur M. van Praet tot chauffeur. De loonen van C. Mattijssen, A. van Malsen, J. Dekkers, en A. Gommers werden overeenkomstig de bepalingen van de loon regeling verhoogd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1926 | | pagina 133