4
1 waterwagen,
2 tonnenwagens,
6 vuilniswagens,
6 vuilniskarren,
4 slikkarren,
1 veegwagen met reserve rolbezem,
10 sectiewagentjes (veegdienst),
1 waterwagentje voor schoonmaken der urinoirs,
2 slangenhaspels voor het schoonspuiten der straten,
6 kruiwagens,
3 rijwielen,
1 sneeuwploeg.
Straatreiniging.
Aan het schoonhouden van straten en pleinen werd de noodige
zorg besteed, alle straten werden, op enkele uitzonderingen na,
twee- of driemalen per dag geveegd over het algemeen genomen
ziet de stad er in den regel zindelijk uit.
De Veegdienst op Zondag, in de vroege morgenuren werd uit
gebreid, het publiek werkt niet mede om de straten zindelijk te
houden, de liefhebberij om al wat men niet behouden wil op
de straat te werpen is bij velen ingeworteld en openbaart zich
in het bijzonder op Zaterdagavond.
In het najaar werden de straten geregeld van het daarop voor
komende slik, door afspoeling bevrijd.
Sneeuwruimen.
De afgeloopen winter was, wat de sneeuwval betreft buitengewoon
gunstig, ruimen was niet noodig, wel moesten enkele manschappen
aangenomen worden om bij den geringen sneeuwval de goten
ruim te houden en enkele bijeengeveegde hoopen te vervoeren.
De hieraan verbonden kosten bedroegen f 183,96.
Sproeidienst.
In de maand Mei werd de autosproeiwagen weder omgebouwd
en kon als zoodanig in gebruik genomen worden, vóór dien tijd
werd met de met een paard bespannen sproeiwagens in dien
dienst voorzien.
Er werd gesproeid op 98 dagen, verdeeld als volgt
In Maart 2 dagen, waterverbruik 21 M3
iz,
April
Mei 4
Juni 7
Juli 27
Augs. 23
Sept. 23
180
160
108
2229
1652
753
Totaal op 98 dagen, waterverbruik 6303 M3
In 1925 waren deze cijfers 68 en 6985.