Rioolkolken. Behoudens buitengewone omstandigheden, zooals vorst en sneeuw, werd deze dienst door vier ploegen verricht, de lediging der kolken kon geregeld en naar behooren geschieden. De toestand van vele oude riolen is ongunstig en eischt dringend verbetering. De centrale putten werden naar behoefte geledigd. Het aantal abonnementen voor het schoonhouden van riool putjes bij particulieren bedroeg 146 op het einde van December 1926, aan vergoeding hiervoor werd ontvangen f 812,40. Urinoirs. Deze werden geregeld schoongemaakt en zoo noodig gedes infecteerd. Vele van deze gebouwtjes bevinden zich des morgens in zeer vervuilden toestand. Ophalen van huisvuil enz. De beide vuilnisauto's hebben bewezen in staat te zijn de zes vuilniswijken naar behooren te kunnen bedienen, zoodat de, in het vorige jaar, bij wijze van proef ingevoerde wijkindeeling ge handhaafd bleef. Met het oude materieel werden als extradienst afgehaald 279 karren vuilnis uit militaire gebouwen en 108 bij andere inrichtingen en particulieren. De opbrengst van de hiervoor ontvangen vergoeding bedroeg f 1486,75. Tonnendienst. Het aantal geplaatste privaattonnen vermindert langzamerhand, hoewel reeds in 1917 het stelsel is afgeschaft, zijn er nog steeds gebouwen waarin, door bijzondere omstandigheden, nog steeds tonnen geplaatst zijn, dit aantal bedroeg den laatsten December 1926 nog 58 stuks, tegen 78 een jaar te voren, alzoo eene ver mindering met 20 stuks. Het aantal tijdelijk geplaatste tonnen is aan schommelingen onderhevig en bedroeg op 31 December 30. Aan vergoeding werd ontvangen f 691,25. Het aantal geplaatste tonnen tot het opnemen van slachtafval bedroeg op het einde van het jaar 79 stuks, waarvoor een bedrag van f 1009,60 aan rechten werd ontvangen. Pneumatische lediging van beerputten. Voor het ruimen van beerputten werd gebruik gemaakt van de beide autobeerwagens en het buizenauto'tje, de bediening heeft zoodoende op snelle en praktische wijze plaats. In enkele gevallen, zooals bij het ruimen van de putten der

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1926 | | pagina 137