8
HOOFDSTUK 111.
Toestand van water, bodem en lucht en hetgeen tot
verbetering daarvan is verricht.
A. Waterloopen.
Het had de opmerkzaamheid der Commissie getrokken, dat de
zijarm van de Mark, loopende achter de Ginnekenstraat en uit
komende bij de brug tusschen van Coothplein en Gasthuisvelden,
in ergen staat van vervuiling verkeerde, doordat bewoners van
panden, grenzende aan dezen zijarm, vuil, afval (ook van een
slagerij) etc. in het water stortten, vooral daar, waar de zijarm
eindigt. Dit veroorzaakte bij laag water door rotting een onver-
dragelijke stank en was een kweekplaats voor ratten, zoodat die
toestand een gevaar opleverde voor de volksgezondheid.
Ook een bewoner van de Ginnekenstraat diende bij de Com
missie een klacht in over boven beschreven toestand.
De Commissie maakte Burgemeester en Wethouders opmerk
zaam op dien toestand en deelde mede, dat het wenschelijk was
den geheelen zijarm te dempen. Mochten daartegen bezwaren
bestaan, dan achtte zij het dringend noodzakelijk, dat door uit
baggering verbetering in dien toestand zou worden gebracht en
door toezicht hernieuwde vervuiling zou worden voorkomen.
Burgemeester en Wethouders deelden mede, dat bezwaar
bestond tegen demping en dat uitbaggering reeds had plaats gehad.
Een onzer medeburgers zond bij de Gezondheidscommissie een
plan in voor de spuiing der riolen en singels te Breda. De
Commissie zond het plan ter kennisneming en advies door aan
den Directeur der Openbare werken.
Deze maakte ons opmerkzaam op eenige vergissingen, in het
plan voorkomende, o.a. dat bij de brug aan de Wilhelminastraat
geen schotbalkinrichting bestaat en evenmin een riool Weerijs
singel Jan van Polanenkade.
De Directeur deelde verder mede, dat regelmatig gebruik
gemaakt wordt van de bestaande schotbalkinrichting om te spuien,
in het bijzonder voor het riool Delpratsingel—Jan v. Polanenkade.
Hij maakte er tevens opmerkzaam op, dat de noodzakelijkheid
van doorspuiing het grootst is in droge tijden, als het water door
stilstand sterk verontreinigd is, maar dat dan ook de afvoer van
boven nihil en spuiing uitgesloten is.