14
dienste van de typhusbestrijding en deze handleiding de betrok
ken gemeentebesturen toegezonden.
Aangezien het typhusgeval, waarmede de epidemie opende,
voorkwam bij een persoon, die geregeld per boot in de Mark
aan het visschen was en ook wel eens Markwater dronk, rees
onmiddelllijk het vermoeden, dat besmetting van de openbare
wateren de vermoedelijke oorzaak was.
Dientengevolge werden de noodige maatregelen door Burge
meester en Wethouders genomen o a.
lo. het ongeschikt verklaren van het Markwater, ingevolge
art. 4 van het „Algemeen besluit Warenwet" voor
de behandeling van groenten, vruchten, wortel- en knol
gewassen, welke ook rauw door den mensch kunnen
worden gebruikt, zoodat dit water voor het voormeld doel
niet gebruikt mag worden.
2o. het verbod om te visschen in alle openbare wateren dezer
gemeente (art. 3 van de wet op de besmettelijke ziekten).
Aangezien een vijftien tal zandschippers afkomstig uit Made,
Wagenberg, Raamsdonkveer en Raamsdonk een tijdlang zand
hadden gelost naast het Ignatiusziekenhujs en ongeveer ter plaatse,
waar bovengenoemde typhus-patient gewoonlijk vischte, werd
nagegaan of ten huize van bovenvermelde schippers in het laatste
jaar typhus was voorgekomen.
Dit bleek niet het geval te zijn.
Een volgend geval kwam voor bij een kind, wonende Lovens-
dijk Ginneken.
Er bevond zich daar een open welput ten gebruike van ver
scheidene gezinnen.
Het water uit dien put was van zeer ondeugdelijke samen
stelling en ontbrak nog dikwijls, zoodat gebruik gemaakt werd
van Markwater.
Met Inspecteur van de Volksgezondheid A. H. van de Velde
werd de mogelijkheid besproken om het Markwater voor het
gebruik als drink-, wasch- of spoelwater ongeschikt te maken
door toevoeging van ruwe petroleum.
Dit bleek onuitvoerbaar, omdat het water in de polders wordt
gebruikt als drinkwater voor het vee en als industriewater o.a.
voor de suikerfabrieken.