16
Aangezien de typhus zich bleef uitbreiden werd besloten in
overleg met het gemeentebestuur om gelegenheid te geven tot
kosteloose inenting tegen de typhus.
Deze inentingen hadden plaats in het St. Ignatiusziekenhuis
en het Diaconessenhuis en werden verricht door de Bredasche
Geneesheeren, die hunne welwillende medewerking verleenden.
De toeloop van het publiek was echter buiten verwachting gering.
De N.V. Stoom Chocolade en Cacaofabriek „Kwatta" gaf
aan haar personeel gelegenheid tot kostelooze inenting op de
fabriek. Hier werden een duizendtal personen volledig ingeënt.
Door de leger-autoriteiten waren de herhalingsoefeningen, welke
te Breda gehouden zouden worden, afgelast en de opkomst onder
de wapenen van militieplichtingen en de terugkomst der leerlingen
der Koninklijke Militaire Academie van de vacantie uitgesteld.
Niettegenstaande alle genomen maatregelen breidde de typhus
zich uit, totdat zij begin October tot staan kwam, waarna nog
eenige contact-gevallen voorkwamen.
In het geheel werden in Breda 58 gevallen van typhus en
5 gevallen van paratyphus aangegeven.
De typhusgevallen waren, behoudens enkele uitzonderingen,
in het algemeen niet van zwaren aard. De sterfte was dan ook
zeer gering, slechts een patient is overleden.
De commissie zond een circulaire aan de geneesheeren te
Breda om te verzoeken geen typhuspatiënten hersteld te ver
klaren of uit de barak te ontslaan, dan nadat de faeces twee
maal zijn onderzocht op typhusbacillen. Het tweede onderzoek
te doen geschieden een week na het eerste, waarbij het wen-
schelijk is, patiënt een laxans te laten gebruiken, indien daar
tegen geen contra-indicatie bestaat.
Een woord van dank moet worden geuit voor de prettige
samenwerking met de Gezondheidscommissie voor de gemeente
Ginneken en omstr., de inspecteurs van de Volksgezondheid
Dr. Piekema en Van der Velden, den waarn. directeur van den
gemeentelijken geneeskundigen dienst Dr. Houben te Breda en
den waarn. directeur van den Warenkeuringsdienst den heer
M. J. N. Schuursma.
Den keurmeester, de Heer W. J. van der Linden verdient
dank voor zijn hulp bij het nemen van monsters.