23 BIJLAGE I. Handleiding voor de typhusbestrijding. 1Ruime voorziening met goed drinkwater (zoo mogelijk leidingwater) en verschaffing aan schippers gedurende de typhus- epidemie van kosteloos leidingwater. Controle van gemeentewege op de aanwezigheid van goed drinkwater aan boord, welke controle kan geschieden in overleg met den warenkeuringsdienst. 2. Het niet toelaten en opruimen van bestaande vuil- en mestverzamelingen op openbare wegen. 3. Het ongeschikt verklaren van het Markwater en van het water van waterloopen en slooten, die daarmee in verbinding staan, in verband met art. 4 van het algemeen besluit van de warenwet (Staatsblad no. 262 van 1925), benedenloops van de vonder bij van Haperen en van de Aa of Weerijs van af de Houtbrug. Controle op de naleving, welke controle, door de politie en de ambtenaren van den warenkeuringsdienst moet geschieden. 4. Het vervoer van typhuspatiënten dient zoo mogelijk per brancard te geschieden met het oog op de gemakkelijke ont smetting van het vervoermiddel. Controle op de ontsmetting van de vervoermiddelen door vast aangestelde personen volgens te verstrekken handleiding. 5. Optreden van den ontsmettingsdienst in alle woningen, schepen of woonwagens, waarin een geval van typhus is voor gekomen. Dit optreden dient te gebeuren, zoodra de diagnose is ge steld, en onmiddellijk nadat een patiënt uit de woning is vervoerd. Als algemeene regel zouden lijf- en linnengoed, dat veront reinigd is, ontsmet moeten worden, door een verblijf van 24 uren in een 5 °/q kresol zeepwater (lysol) oplossing, waarna het ge- wasschen kan worden. Verontreinigde bedden, die van geringe waarde zijn, moeten worden onteigend tegen schadeloosstelling en verbrand. Overtreft de waarde de desinfectie- en vervoerkosten, dan dienen zij ontsmet te worden in een vacuum-oven. (Posthumus).

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1926 | | pagina 161