slag van den toestand der Gemeente-Gas fabriek te Breda over het dienstjaar 1926. Algemeene Toestand. Over het afgeloopen jaar bedroeg de gasproductie 5.558.450 M3 tegen 5.378.640 M3 in 1925 en vermeerderde alzoo met 179.810 M3 of 3,34 Het totaal aantal geplaatste meters vermeerderde in den loop van het jaar met 374 en bedroeg op 31 December 1926 8203. Ten aanzien van de Gasfabriek werden door den gemeenteraad de volgende besluiten genomen d.d. 5 Februari werd een crediet van f 1000,verleend voor het aanbrengen van eene gasverlichting, bestaande uit 8 lantaarns, langs het rijwielpad in het Valkenberg d.d. 30 Juli werd besloten 1°. tot invoering van een vastrecht-tarief voor gasverbruikers 2°. tot definitieve aanstelling van een assistent-scheikundige en tot tijdelijke aanstelling van een teekenaar d.d. 20 Augustus werd de gasverordening gewijzigd inzake het aanbrengen van huurinstallatiesde maximum-huurwaarde van f 7,per week werd verhoogd tot f 12,per week of f 625, per jaar. d.d. 28 October werd het crediet voor aanschaffing van gas meters verhoogd met f 7000, tevens werd een crediet toegestaan van f 3000,voor de aan schaffing van een Burrough-telmachine. Het voormalig ketelhuis werd van ruime toegangsdeuren met lichtramen voorzien en door een tochtportaal van de meterkamer gescheiden. Inwendig werden de muren afgebikt en opnieuw ge pleisterd, het plafond gewit en een bestrating aangebracht. Ter bevordering van het gasverbruik en ter meerdere bekend making met moderne gas-apparaten werd deelgenomen aan de R. I. A. «-tentoonstelling, welke in Mei, en aan de «H.E.N.T.»- tentoonstelling, welke in September in het gebouw Concordia werden gehouden. Op beide tentoonstellingen werd de stand van de gasfabriek zeer druk bezocht en werden vele informaties be treffende de toepassing van gas verstrekt. In het afgeloopen jaar werd de eerste schoolverwarmingsinstal- latie met gas in gebruik genomen en wel in de Prinses Julianaschool aan het Van Coothplein.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1926 | | pagina 229