5
bij het onderwijs kan dan toch geen sprake zijn, zoodat het aan
beveling zou verdienen, in dergelijke gevallen b.v. de laagste twee
klassen te sluiten. De noodzakelijkheid hiervan is evenwel vol
gens het oordeel der commissie, niet vast te stellen door het hoofd
der school. Hij kan die slechts constateeren, wanneer reeds vele
leerlingen afwezig zijn en er al groot en langdurig gevaarvoor
besmetting geweest is. De vraag is derhalve, of de Gezondheids
commissie in deze aangelegenheid handelend wil optreden, zoodat
zij aanstonds kennis geeft, wanneer zij het noodig oordeelt, dat
de lagere klassen der scholen bij besmettelijke ziekten (voor zooverre
in de Wet genoemd) gesloten worden. Voor de overige zou eerst
het Hoofd der school moeten kennis geven aan de Gezondheids
commissie, die dan ongevraagd advies kan uitbrengen. Ook voor
deze zaak verzoekt onze commissie de welwillende medewerking
van den Raad.
In den loop van het jaar kreeg de commissie uitnoodigingen tot
het bijwonen der M.U.L.O. examens, de sluitingsplechtigheid der
Middelbare Handelsavondschool, de feestelijke heropening van de
van de Prinses Juliana-school, samenvallend met haar 25-jarig
bestaan.
Ons werd ook toegezonden een rapport van de Tucht-Unie
Onze jeugd en de tucht Dit circuleert thans bij de commissie
leden, die het belangrijke stuk in 1927 grondig hopen te bestu-
deeren en bespreken.
Op 31 December 1926 was de commissie als volgt samengesteld
Aftreding 1927
De Heer P. Haaiman.
De Heer Th. Siegmund.
Mevr. I. Elich-Feber.
Aftreding 1928
Mej. J. Ufkes.
De Heer Mr. Dr. W. Fick.
De Heer C. Pas.
Aftreding 1929 Aftreding 1930
De Heer Dr. F. Hohmann. Mevr. C. Rosman-Sitsen.
De Heer H. Baijings. De Heer H. van Roermund.
De Heer F. Thijssen. De Heer J. Broers.
Aftreding 1931
De Heer Ds. F. Loeff.
De Heer Dr. W. Gunst.
De Heer A. v.' Roessel.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Commissie van Toe
zicht o/h. Lager Onderwijs te Breda, den 2len Februari 1927.
F. J. J. LOEFF, Voorzitter.
I. ELICH-FEBER, Secretaresse