slag van den toestand van het Gymnasium
te Breda over het jaar 1926.
Aan den Raad der Gemeente Breda.
Ter voldoening aan art. 22 van de Hooger-Onderwijswet en art.
10 van het Reglement van het Gymnasium heeft het College van
Curatoren de eer U hierbij verslag uit te brengen over den toestand
van het Gymnasium in het jaar 1926.
Leerlingen.
Het aantal leerlingen bedroeg op 1 Januari
KLASSE
MANNELIJKE
LEERLINGEN
VROUWELIJKE
LEERLINGEN
TOTAAL
I
4
9
13
II
7
11
18
III
7
4
11
IV
4
4
V
3
2
5
VI
4
4
8
T o taal
29
30
59
Van deze leerlingen waren gevestigd in Breda 21, in Teteringen
22, in Ginneken 10, in Princenhage 3, in Tilburg 2, in Raams-
donksveer 1Van de 8 leerl. der 6de klasse volgden 4 de A- en
4 de B-afdeelingvan de 5 leerlingen der 5de klasse volgden 3 de A-,
2 de B-afdeeling. De lessen in het Hebreeuwsch werden gevolgd
in de 6de klasse door één, in de 5de klasse door 2 leerlingen.
Voor het begin van den nieuwen cursus verlieten 3 leerl. de
school, n.l. 1 vr. uit II in April, 1 ml. uit II in Juli en 1 ml. uit III
in Juli.
Het eindexamen werd afgenomen op 3, 4 en 5 Juni, onder toe
zicht van de Gecommitteerden, Dr R. H. Woltjer, Hoogleeraar aan
de Vrije Universiteit te Amsterdam, Dr A. Kluyver, Hoogleeraar aan
de Rijksuniversiteit te Groningen, Dr A. A. Nyland, Hoogleeraar aan
de Rijksuniversiteit te Utrecht en Dr. Th. Strengers, Lector aan
de Rijksuniversiteit te Utrecht. Aan alle leerlingen kon het ge-