68
12. Bredasche concours-hippique-vereeniging.
13. Verschillende gymnastiek-vereenigingen en sport-clubs.
14. Verschillende schietvereenigingen (Zie hoofdstuk VII).
15. Clubs voor ijsvermaak, kegelen en dergelijke.
Bovendien bestaan nog in de gemeente militaire-vereenigingen,
welke sport- en kunstbeoefeningen ten doel hebben.
HOOFDSTUK X.
ARMWEZEN.
Op 31 December 1926 waren in deze gemeente gevestigd
2 instellingen, behoorende tot letter a. (burgerlijke)
28 b. (kerkelijke) en
14» c. (bijzondere)
van artikel 2 der wet van 27 April 1912 (Staatsblad no. 165).
De burgerlijke instellingen zijn
1°. het Burgerlijk Armbestuur en
2°. het Oude-Mannenhuis.
Verschillende bijzonderheden, nopens den toestand van het arm
wezen, zijn vervat in het hierachter opgenomen verslag van het
Burgerlijk Armbestuur over 1926 (Bijlage XVII).
Bij Koninklijk Besluit van 7 Juni 1903, n° 38 werd voor deze ge
meente een Armenraad ingesteld, waarbij het aantal bestuursleden
werd bepaald op vijf. Er zijn 24 instellingen van weldadigheid in
deze gemeente, welke aan dien Armenraad deelnemen.
Een verkort verslag van deze instelling over 1926 is als bijlage
hierachter opgenomen (Bijlage XVI).
Op daartoe gedane uitnoodiging ontvingen wij, evenals in voor
gaande jaren, een verslag van de commissie voor het district «Breda»
van het Fonds ter aanmoediging en ondersteuning van den gewa-
penden dienst in de Nederlanden over 1926, waaruit blijkt dat de
districtscommissie bestaat uit de heeren
E. A. Umland, wnd. voorzitter.
D. Cheriex, secretaris.
P. J. H. van Deventer.
A. B. Knook.
De uitkeering van gratificaties had geregeld plaats op den len
werkdag van ieder kwartaal.
Het aantal infirmen en veteranen bedroeg 14, dat der verminkten
van het O. I. leger 9.
Bijslag boven hun gratificatie ontvingen 5 verminkten.
De opbrengst der jaarlijksche collecte voor het Fonds bedroeg
voor Breda fillen voor het geheele district f 696,57.