70 een ander geval werd geen advies uitgebracht, daar de jongen afwezig was en een derde werd afgevoerd. Er blijven dus 19 gevallen ter vergelijking over. Zestien maal was het resultaat gelijk aan het advies en drie maal was het afwijkend. De ontvangsten der Vereeniging bedroegen over 1926 evenals de uitgaven f 6104,96, waaronder een batig saldo van f 5688,28». In het verslag van de Afd. Breda van het Ned. Genootschap tot zede lijke verbetering der Gevangenen over 1926 lezen wij het volgende Op 31 December 1926 telde de Afd. 120 leden, tegen resp. 114, 109 en 117 op ultimo December 1925, '24 en '23. Het bestuur, waarin gedurende den loop van het jaar verschillende mutaties plaats hadden, telde op het einde van 1926 24 leden. De in October 1925 ter vervanging van den overleden plaatsings- agent-reclasseeringsbeambte C. J. Kluft, tijdelijk aangestelde heer W. P. J. van Oirschot werd met goedkeuring van den Minister van Justitie bij diens schrijven van 25 Augustus 1926, 3e Afd. no. 863 verleend, voor één jaar benoemd tot reclasseerings- ambtenaar te Breda voor de gezamenlijke reclasseeringsinstellingen, n.l. de R. K. Reclasseeringsvereeniging, Pro Juventute het Centraal Bureau van Reclasseeringsinstellingen, het Leger des Heils en onze Afdeeling. In 1926 werden door den heer Van Oirschot 30 gevallen voor onze Afdeeling behandeld, waarvan 24 voor plaatsing (16 ervan zijn geplaatst, 3 vervallen en 5 nog in behandeling), 2 voor indienen van rapport (waarvan het resultaat was, dat in één geval beslist werd gelijk aan het advies en in het andere geval in afwijking van het advies, doordat de betrokkene buiten rechtsvervolging werd gesteld), terwijl 4 personen onder patronaat van den ambtenaar werden gesteld. Van deze 30 gevallen waren 28 door de Vereeniging en 2 door het Openbaar Ministerie aanhangig gemaakt. Aan het toezicht van de Afd. werd onderworpen één voor waardelijk veroordeelde. De algemeene vergadering op 10 Juni 1926 te Amsterdam gehouden, werd door den heer Van Wermeskerken bijgewoond als afgevaardigde van de Afd. Breda. Ter vergadering van het Hoofdbestuur is door den heer Gruijs o.a. gewezen le. op het ongewenschte om 2 straffen te zamen meer dan 5 jaar, elk beneden de 5 jaar bedragende, geheel als celstraf te doen ondergaan, zijnde deze toepassing van de wet stellig niet door den wetgever gewild 2e. op de noodzakelijkheid van het aangeven van een scheidingslijn tusschen reclasseeringswerk van het Genootschap en het gevangeniswezen, zulks naar aanleiding van een mede-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1926 | | pagina 72