Verslag betreffende den toestand en de wer king van de Gemeentereiniging te Breda, over het jaar 1927. Beheer. In de samenstelling van de Commissie kwam eenige verande ring de heer Moll kon wegens verandering van werkkring niet weder tot wethouder en dus niet tot voorzitter herkozen worden terwijl de heer Kooperberg zich, wegens gezondheidsredenen niet herkiesbaar stelde. Tengevolge van de verkiezingen van den Gemeenteraad trad de Commissie af op den 5 en September, in de raadsvergadering van 30 September werd eene nieuwe Commissie gekozen, deze Commissie was samengesteld uit de volgende heeren Mr. E. L. H. M. van Mierlo, wethouder, voorzitter. Th. P. Elich, lid. J. N. Kroone, J. M. Meijvis, P. A. Kuij laars, De directeur fungeerde als secretaris. Er werden zeven vergaderingen gehouden, waarin belangrijke onderwerpen werden besproken, waaromtrent adviezen en voor stellen bij heeren Burgemeester en Wethouders werden ingediend. Directie en Toezicht. De directie bleef ongewijzigd. We gens de plaats gehad hebbende grensuitbreiding werd het toezicht houdend personeel vermeerderd door de benoeming van den heer F. B. Rosch, agent van politie, tot opzichter. Dit personeel is thans samengesteld als volgt S. M. van Cortenberghe, vaaltopzichter, C. J. Noijens, A. van Loon en F. B. Rosch. Personeel. Tengevolge van de vergrooting der gemeente moest het per soneel, dat op 1 Januari uit 42 man bestond, belangrijk uitgebreid worden. Behalve de 6 werklieden die van de buitengemeenten over genomen moesten worden werden nog 1 4 werklieden, voorloopig in lossen dienst, aangesteld. De werkman A. Schrauwen verliet,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1927 | | pagina 137