8 HOOFDSTUK III. Toestand van water, bodem en lucht en hetgeen tot verbetering daarvan verricht is. A. Waterloopen. Hieromtrent is niets te vermelden. B. Verzamelingen van vuil, mestvaalten, goten enz De Commissie bracht een klacht van het St. Ignatius Zieken huis over aan Burgemeester en Wethouders, betreffende hinder van de nog overgebleven poelen naast, en de sloot achter het ziekenhuis. B. en W. berichtten, dat deze aangelegenheid de volle aandacht van het college had en bij het onderhanden zijnde uitbreidingsplan tot oplossing zal worden gebracht. C. Verontreiniging van de lucht. Een bewoner van de Ceresstraat klaagde over hinder van rook, afkomstig uit de schoorsteenen der locomotieven van de Zuider Stoomtram Mij. De klacht bleek gegrond en werd overgebracht aan Burgemeester en Wethouders. Deze brachten de klacht met de gevoerde correspondentie over aan Gedeputeerde Staten van Noordbrabant met verzoek de noodige maatregelen te willen nemen, om aan het geopperde bezwaar tegemoet te komen. De Commissie ontving een klacht over het kloppen van kleeden enz. op ongewenschte uren. De Commissie maakte klager opmerkzaam op art. 51 der Algemeene Politieverordening voor de gemeente Breda, dat luidt Het is verboden op of aan den openbaren weg voorwerpen uit te kloppen of schoon te wasschen a. Op andere uren, dan des voormiddags tusschen zes en acht en tusschen negen en tien uur en des namiddags tusschen tien en twaalf uur.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1927 | | pagina 150