15
HOOFDSTUK XI.
Uitvoering en handhaving van wetten en verordeningen.
Gezondheidswet.
a« 14. De commissie nam kennis van een besluit van den gemeente
raad d.d. 30 Sept. 1927, waarbij Burgemeester en Wethouders
van Breda gemachtigd werden om een overeenkomst aan te gaan
met het Bestuur van de R. K. vereeniging voor Volksgezondheid
en Ziekenverpleging „Het Wit-gele Kruis".
De commissie maakte er Burgemeester en Wethouders opmerk
zaam op, dat genoemd besluit, hetwelk betreft de volksgezondheid,
is vastgesteld zonder dat de gezondheidscommissie was gehoord,
hetgeen in strijd is met art. 14 der gezondheidswet.
Burgemeester en Wethouders deelden ons daarop mede, dat
naar hun oordeel deze regeling niet behoort tot hetgeen, waarop
art. 14 der gezondheidswet doelt.
Kwakzalverij.
Dit onderwerp heeft in dit verslagjaar geen punt van behan
deling uitgemaakt.
Hinderwet.
Hierover is niets te vermelden.
Warenwet.
Op aanraden van den geneeskundigen Inspecteur en op advies
van den Inspecteur van de Volksgezondheid te Breda, den
Directeur van den warenkeuringsdienst te Breda en van onze
commissie werd door Burgemeester en Wethouders van Breda,
ingevolge het bepaalde in art. 4 van het „Algemeen Besluit-
Warenwet het water van alle openbare wateren in deze gemeente
ongeschikt verklaard voor het behandelen van groenten, vruchten,
wortel- en knolgewassen, welke ook rauw door den mensch
kunnen worden gebruikt, nadat zij geoogst, geplukt of gerooid
zijn, zoodat dit water voor het voormeld doel niet mag gebruikt
worden.
Bouwverordening.
Burgemeester en Wethouders vroegen advies aan de commissie