16 over wijziging van eenige artikelen der Bouwverordening met een memorie van toelichting, welke het volgende inhield „Tengevolge van de plaats gehad hebbende grenswijziging is een gedeelte grondgebied onder de gemeente Breda komen te ressorteeren, hetwelk voor het grootste gedeelte onbebouwd is, doch in de toekomst voor een bebouwing in aanmerking komt. Om te voorkomen, dat gebouwen worden opgericht aan al of niet bestaande wegen, die geen gemeente-eigendom zijn en niet van een behoorlijke verharding en rioleering zijn of zullen worden voorzien, is het noodzakelijk, dat daartoe maatregelen worden getroffen. Allereerst dient voorkomen te worden, dat straten ontstaan, die particulier eigendom zijn, met al de lasten en nadeelige gevolgen van slechte bestrating en onvoldoend onderhoud daaraan verbonden. Wel kunnen de bepalingen eener Bouwverordening gelegenheid geven den betrokken eigenaar tot een goed onderhoud te ver plichten, doch dit is slechts een hulpmiddel, waarmede niet dat gene te bereiken is, wat in het algemeen wenschelijk wordt geacht. Door inlassching van een nieuw hoofdstuk Vla en art. 95a zijn, wat dit laatste betreft, hieromtrent de noodige voorschriften gegeven, terwijl art. 12a ten doel heeft het bouwen te voorkomen aan bestaande of nieuw aan te leggen straten of wegen, die geen gemeente of rijkseigendom zijn en niet van een behoorlijke ver harding en rioleering zijn of zullen worden voorzien. De artikelen 17, 18, 19 en 20 kunnen hierdoor vervallen. De voorgestelde wijzigingen van de artikelen 66 en 69 en de inlassching van een nieuw artikel 68a houden verband met de intrekking van de artt. 17, 18, 19 en 20. De laatste zinsnede van art. 4 der Bouwverordening bevat een zoogenaamde welstandsbepaling. Teneinde eventueele moeilijkheden, welke uit de toepassing van dat voorschrift zouden kunnen voortvloeien, te voorkomen en om reden een behoorlijke welstandbepaling voor deze gemeente niet kan worden gemist, is het ons, na deskundige voorlichting, wenschelijk gebleken, de bestaande bepaling door een meer gepreciseerde omschrijving te vervangen. De toevoeging van een nieuwe zinsnede aan art. 97 wordt wenschelijk geacht, ten einde in bijzondere gevallen het verleenen van ontheffing mogelijk te maken. De commissie adviseerde de wijzigingen aan te brengen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1927 | | pagina 158