b. het verstrekken van de genees-, heel- en verloskundige
hulp, met uitzondering van klinische en specialistische
behandeling aan hen, die
b. de keuring van ambtenaren, beambten en werklieden bij
hunne aanstelling in gemeentedienst en wanneer zulks
door B. en W. wordt opgedragen
20
Artikel 2.
De in artikel 1 onder a bedoelde zorg omvat
a. het verstrekken der eerste genees-, heel- en verloskundige
hulp aan personen, die daaraan onmiddellijk behoefte heb
ben en deze niet op andere wijze kunnen verkrijgen
le. op grond van hunnen maatschappelijken toestand
op het verkrijgen daarvan aanspraak kunnen maken
naar door den Raad vast te stellen regelen
2e. krachtens hunne dienstbetrekking, waarin zij tot de
Gemeente staan, daarop recht hebben, voor zoover
zij daarvan wenschen gebruik te maken
c. het, naar door den Raad vast te stellen regelen, verleenen
van bemiddeling aan on- en minvermogenden voor het
verkrijgen van genees-, heel- en verloskundige hulp, ver
pleging en voeding in ziekeninnchtingen, klinieken en
sanatoria, voor specialistische hulp en voor bijzondere
behandelingsmethoden, een en ander voor zooveel betreft
minvermogenden in overleg met de behandelende genees-
heeren.
Artikel 3.
Het in artikel 1 onder b bedoeld toezicht omvat
a. de controle op de behandeling en den duur van het ver
blijf van patiënten, die geheel of gedeeltelijk voor rekening
van de gemeente, in ziekeninrichtingen zijn opgenomen,
in overleg met de behandelende geneesheeren
c. de controle van zieke ambtenaren, beambten en werklieden,
ook in verband met het verleenen van verlof wegens ziekte
d. het hygiënisch onderzoek van woonwagens, kermistenten
en soortgelijke inrichtingen.
Artikel 4.
De in artikel 1 onder c bedoelde zorg omvat