2 van onderwijs aan kinderen, die nog in den leerplichtigen leeftijd vallen. Uit een ingesteld onderzoek bleek, dat een der beide kinderen geplaatst was op een bijzondere school, terwijl de andere wegens voortdurende ongesteldheid niet tot schoolbezoek in staat was. Ambtshalve inschrijving behoefde derhalve niet plaats te hebben. Nu en dan komt het echter ook voor, dat leerlingen, die nog nietten volle aan den leerplicht hebben voldaan, door de ouders of verzorgers voorgoed van school worden genomen, doch deze leerlingen worden door de hoofden niet van de schoollijst afgevoerd, zoodat zij als relatieve verzuimers worden behandeld, hetgeen een snellere berechting van de overtreding tengevolge heeft. Relatief schoolverzuim. Ter zake van dit verzuim werden in het afgeloopen jaar voor onze commissie opgeroepen de aansprakelijke personen voor 1 1 8 leerplichtige kinderen. In de vijf voorafgaande jaren bedroegen deze cijfers res pectievelijk als volgt in 1926 36, in 1925 112, in 1924 87, in 1923 77 en in 1922 171. Van de opgeroepen personen zijn er 83 voor de commissie verschenen, terwijl de ouders van de overige 35 leerlingen het blijkbaar niet de moeite waard hebben geacht het schoolverzuim voor de commissie aannemelijk te maken. Na verhoor van de aansprakelijke personen en na ingesteld onderzoek kenden wij aan het Rijksschooltoezicht adviseeren om van de op jegeven verzuimen alsnog 6 gevallen als gewettigd of verschoonbaar te verklaren, terwijl de verzuimen van de overige 1 12 leerlingen door ons ongeoorloofd werden geacht. Als reden van schoolverzuim wordt meestal opgegeven ziekte van de kinderen of van huisgenooten, doch in werkelijkheid blijkt, dat de leerlingen veelal om andere redenen worden thuis ge houden. Als voornaamste daarvan noemen wij hulp in de huis houding, boschbessen plukken, groenten schoonmaken voor fa brieken, met koopwaren leuren en meer andere. Vooral in de maanden Juni en Juli (boschbessentijd) is het verzuim zeer groot, hetgeen wellicht zijn oorzaak vindt in de minder vlugge berechting. Ook worden kinderen wel eens te vroeg van school genomen, voordat zij aan de Leerplichtwet hebben voldaan. De omstandig heid echter, dat aan dezulken geen arbeidskaart kan worden verstrekt, heeft in de laatste jaren ten opzichte van dit verzuim wel eenige verbetering gebracht. Het feit, dat het aantal personen, dat in 1927 voor onze commissie is opgeroepen, aanmerkelijk grooter was dan het on middellijk voorafgaande jaar, moet voornamelijk worden toege-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1927 | | pagina 284