4
werd bij raadsbesl. van 25 Nov. Mej. Cijffers benoemd, die op
1 December haar betrekking aanvaardde.
De rector was door ongesteldheid van 24 Februari tot 12 Maart
verhinderd zijn werkzaamhedén te verrichten. Dr. Egelie, aan wien
wij daarvoor bij dezen onzen dank betuigen, was geheel be
langeloos bereid in dien tijd de door den rector gegeven lessen
over te nemen. Overigens deed zich voor de groote vacantie geen
stoornis van belang in de lessen voor. In October en November
was Mej. Marissen herhaaldelijk wegens ongesteldheid afwezig.
Uit den aard der zaak kon in deze lessen niet worden voorzien.
College van Curatoren.
Sinds het overlijden in 1926 van den Heer Mr. M. P. M. van Dam,
Secretaris van Curatoren, was het College onvoltallig gebleven
daaraan kwam een einde door de benoeming (raadsbesl. van
24 Augustus) van den Heer Ir. A. F. J. Beukers, aan wien door
het College het voeren van het Secretariaat werd opgedragen.
In December werd bij zijn periodieke aftreding tot lid van het
College herbenoemd de Heer Dr. H. J. L. Struijcken.
Gebouw en Leermiddelen.
Het gebouw werd goed onderhouden en bevindt zich in goeden
staatalleen is de verlichting onvoldoende. Op een verzoek van
den rector om daarin verbetering te brengen, hebben B. en W.,
van oordeel dat het aanbrengen van electrisch licht te groote uit
gaven zou vereischen, den Heer Directeur der Gasfabriek opge
dragen de gasverlichting te verbeteren. Proefnemingen in die
richting hadden, naar het oordeel van rector en leeraren, zoo
weinig succes, dat door den rector werd verzocht den vorigen
toestand te herstellen, hetgeen is geschied.
Boekerij en leermiddelen werden op de gewone wijze onder
houden alleen onderging de bibliotheek voor het Fransch een
wat belangrijker uitbreiding. Voor het volgend jaar zal dat, naar
wij hopen, geschieden voor de Natuurhistorische verzameling.
BREDA, Februari 1928.
Namens het College van Curatoren,
W. INGEN-HOUSZ, Voorzitter.
A. BEUKERS, Secretaris.