4
Mededeelingen omtrent de toepassing van eenige bepalingen der Armenwet.
Artikelen 35.
In den loop van het jaar 1927 onderging de lijst bedoeld bij artikel
3 der wet geen verandering.
Geen zaken zijn voorgekomen als bedoeld in artikelen 4 en 5.
Artikelen 611.
Wat de oprichting van instellingen betreft is reeds hiervoor
melding gemaakt.
Opheffing van instellingen is niet voorgekomen, evenmin ver
andering in de bestemming der fondsen van bestaande instellingen.
Artikelen 12 en 57.
Aan onze aanvragen, bedoeld in artikel 12 en 57, wordt steeds
gevolg gegeven.
Artikel 13.
Over het algemeen voldoen de instellingen aan het bepaalde in
dit artikel.
Artikel 14.
Onderstaande instellingen hebben in het verslagjaar uit de ge
meentefondsen eene subsidie genoten, namelijk
1°. R. K. Vereeniging tot bescherming van zuigelingen voor
Breda en omstreken f 1500,
2°. Vereeniging tot bescherming van zuigelingen voor Breda
en omstreken f 1500,
Artikel 15.
Vanwege het Burgerlijk Armbestuur wordt wekelijks eene collecte
gehouden met gesloten bussen aan de woningen der ingezetenen,
welke ten goede komt aan de door genoemd armbestuur onder
steunde personen. In 1927 bracht deze collecte f 696,97 op.
Mede wordt door gemeld armbestuur bij het voltrekken van
huwelijken een bus in de trouwzaal geplaatst, waarvan de opbrengst
eveneens het Burgerlijk Armbestuur aankomt. In 1927 bracht deze
bus f 106,56 op.
Artikel 16.
Verdeeling van armengelden heeft niet plaats gehad.
Op 22 Januari 1915 werd door ons ontvangen van het Comité
van Belgische dilettanten de opbrengst van eene gegeven uitvoering
op 16 Januari 1915, ten bedrage van f 528,75, welke gelden zijn
belegd in deposito.
Den 15 October 1915 richtten wij het volgende verzoek tot Zijne
Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken
Het Bestuur van den Armenraad te Breda heeft de eer ter
>J kennis van Uwe Excellentie te brengen