8 dat 22 Januari 1915 ten behoeve der armen is ontvangen een 8 bedrag van f 528,75, welke som nog zal vermeerderd worden 8 met I f 25,gekweekte rente. 8 dat de verdeeling daarvan ingevolge artikel 1 7 van het Konink- 8 lijk Besluit van 18 Juli 1912, Staatsblad 264, alzoo moet plaats 8 hebben vóór 1 April 1916. 8 dat naar bescheiden gevoelen van het Bestuur de som hem 8 wel wat te gering voorkomt om tot de verdeeling daarvan onder 8 een 25-tal instellingen over te gaan. 8 Redenen waarom voormeld bestuur zich tot uwe Excellentie 8 wendt met het verzoek de goedkeuring bedoeld in art. 18 8 van genoemd Koninklijk Besluit wel te willen verleenen tot- 8 dat de gelden het door Uwe Excellentie te bepalen bedrag 8 zullen hebben bereikt Het Bestuur van den Armenraad, (get.) A. F. SMITS, Voorzitter. (get.) A. DE GROOT, Secretaris. Hierop ontvingen wij van Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken, bij besluit van 18 October 1915. No. 13853 Afd. V.A. bericht, dat de gevraagde goedkeuring wordt verleend, met bepaling dat tot de verdeeling der gelden zal behooren te worden overgegaan, zoodra deze met de gekweekte rente een bedrag van f 2000,zullen hebben bereikt. Op 10 Juli 1922 werd door ons ontvangen een schrijven van B. en W. van Breda, berichtende dat op een aannemingssom, wegens boete is ingehouden een bedrag van f 720,welk bedrag overeenkomstig 51 van het bestek ten bate van de algemeene armen te Breda moet komen. In de maand December 1927 werd van de Handel en Nijverheids tentoonstelling II ontvangen de som van f 275,welke gelden zijn belegd in deposito en met het vorig bedrag op 31 December 1927 waren gestegen tot f 2086,77. Zoodat er volgens voorgaand besluit van den Minister van Binnenlandsche Zaken tot verdeeling der gelden behoort te wor den overgegaan. Artikel 21. In het algemeen voldoen de instellingen, welke armenverzorging buiten gestichten ten doel hebben, behoorlijk aan het voorge- schrevene bij dit artikel. Artikel 31 Er wordt steeds naar gestreefd de uitdeeling door een instelling te doen plaats hebben.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1927 | | pagina 324